Omdat Frankrijk en Engeland de landen Italië en Japan te vriend willen houden teneinde Hitler de pas af te snijden en het rode gevaar te keren, gaan Ethiopië, Spanje en China kopje onder, wat kleine landen kopschuw maakt. De eensgezindheid van de Volkenbond staat onder druk en het concept van collectieve veiligheid verdwijnt achten de horizon. Een bewapeningswedloop is het gevolg. Hoewel formeel in stand blijvend tot 1946, komt aan het functioneren van de Volkenbond in het zicht van de Tweede Wereldoorlog een einde.
Minder eensgezindheid en het rode gevaar
In de loop van 1936 en 1937 betrekt de Volkenbond het Palais de Nations dat over vergaderruimtes beschikt voor de Raad en de Algemene Vergadering die in niets meer doen denken aan de beperkte accommodaties van weleer zoals de knusse Salle de la Réformation. De nieuwe ruimtes zijn meer geschikt voor het afleggen van formele verklaringen dan voor onderlinge debatten en scheppen geen sfeer van vertrouwelijkheid. Maar die sfeer is toch al verdwenen na de crisis van Ethiopië. Ook vanwege het mislukken van de Wereld Ontwapeningsconferentie is er niet veel meer over van het aanvankelijke enthousiasme van de Volkenbond en heeft hij ernstig ingeboet aan kracht en prestige. Toch is er nog steeds voldoende energie om door te gaan en een grote meerderheid van de leden van de bond voelt er niets voor om het Handvest uit 1919 ter discussie te stellen. Van een nekslag voor de Volkenbond is geen sprake, zij het dat regeringen voorzichtiger zijn geworden en de neiging hebben zich neutraal op te stellen.
De eensgezindheid staat onder druk en de onzekerheid die met name de kleine landen voelen over hun veiligheid is groeiende. Duitsland en Italië willen niets liever dan de Volkenbond om zeep helpen en slagen in hun opzet onder het mom van de pretentie dat zij een eensgezind Europa ertoe willen brengen het rode gevaar en communistische overheersing een halt toe te roepen. Een idee waarmee zij bij een land als Engeland aan het juiste adres zijn en dat aan kracht wint als Duitsland en Italië in oktober 1936 een serie geheime overeenkomsten sluiten die moeten leiden tot de vorming van een as waar anderen zich bij kunnen aansluiten. Japan voegt zich bij dit gezelschap door het zogeheten Anti-Kominternpact te sluiten met Duitsland. Daarmee is er een krachtig lobbygezelschap geboren dat legitieme klachten van andere landen bij de Raad kan frustreren. De Volkenbond wordt afgeschilderd als een een adjudant van het communisme en zo wordt de uitbreiding van de Japanse militaire bezetting in China en het optreden van de Asmogendheden in Spanje vergoelijkt als een noodzakelijke verdediging tegen communistische agressie. Tegen deze felle propaganda door de fascisten biedt de Volkenbond nauwelijks of geen verweer. Dat komt uit een andere hoek, van de kant van een internationale beweging die in de zomer van 1936 uitmondt in de Internationale Vredescampagne ter ondersteuning van de principes van het Handvest van de Volkenbond. In deze beweging verenigen zich vakorganisaties, beroepsgroepen van artsen, leraren, handelaren, boeren, vrouwenbewegingen et cetera, die zich gesteund weten door miljoenen gelijkgezinden.
Al deze mensen snakken naar vrede, maar met zijn allen slagen zij er niet in hun idealen om te zetten in praktische politiek. In eerste instantie krijgt de beweging veel steun uit tal van landen en in 1939 zijn er nationale comités gevormd in drieënveertig staten waaronder vrijwel alle democratische landen, inclusief de Verenigde Staten. Het is een beweging met oprechte bedoelingen, maar zij komt te laat en is niet opgewassen tegen de intussen effectief gebleken Duits-Italiaanse propaganda die de Vredescampagne portretteert als een agent van het communisme dat gemakkelijk geïdentificeerd wordt met het Franse Volksfront en de Republikeinse regering in Spanje. De Internationale Vredescampagne wordt gewantrouwd door extreem en gematigd rechts en krijgt geen voet aan de grond.
Herziening van het Handvest?
Als in juli 1936 de Algemene Vergadering haar verzet opgeeft tegen het nemen van economische sancties tegen Italië in verband met zijn annexatiepogingen van Ethiopië, wordt gestart met een consultatieve ronde om te kijken in hoeverre herziening van het Handvest moet worden overwogen. De Ethiopische kwestie is in feite het bewijs dat het systeem van collectieve veiligheid heeft opgehouden te bestaan en dat geen enkel land in geval van agressie kan rekenen op de Volkenbond. De verkenning wordt niet zozeer toegespitst op de vraag of het Handvest wel deugt, maar meer op het probleem van de houding van de leden van de bond in de toekomst en hoe de toepassing van het Handvest kan worden verbeterd. Daar wordt verschillend over gedacht. Er zijn landen die geen wijziging wensen van het Handvest, maar wel strenge toepassing ervan als Duitsland ten strijde trekt. Andere wijzen er vooral op dat gezien de recente ontwikkelingen er niet op hen gerekend kan worden wanneer verdediging van Frankrijk of Rusland tegen Duitse agressie aan de orde is. Er worden diverse voorstellen op tafel gelegd door de geconsulteerde landen zoals:
- Scheiding van het Handvest van de Vredesverdragen zoals die na de Grote Oorlog zijn afgesloten;
- Meer nadruk op preventie van oorlog in plaats van op toepassing van sancties als een oorlog reeds een aanvang heeft genomen;
- Nadruk op vreedzame verandering en niet zozeer op handhaving van bestaande situaties ten gevolge van de vredesverdragen;
- Totstandbrenging van regionale verdragen die in geval van een conflict de verantwoordelijkheden voor het toepassen van sancties beperkt tot de betrokken landen.
Scheiding van het Handvest en het Vredesverdrag staat zoals altijd hoog op de agenda van Duitsland. Door het Handvest op te nemen in het Verdrag van Versailles is daarmee de in 1919 uitgesproken veroordeling van Duitsland als schuldig aan de Grote Oorlog doorgesijpeld in het Handvest en voor sommige landen – zeker ook Engeland – is het gaandeweg duidelijk geworden dat dit geleid heeft tot een onrechtvaardige bejegening van Duitsland. Het idee om hiervoor een correctie aan te brengen en het Handvest te scheiden van het verdrag kan rekenen op voldoende steun, maar pogingen daartoe lijden schipbreuk. De uiteindelijke tekst wordt aanvaard door de Algemene Vergadering in 1938, maar formele ratificatie wordt onderbroken door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Inwerkingtreding ervan zou overigens op de houding van Hitler geen enkele invloed hebben gehad. De andere voorstellen zijn controversieel en raken aan de vraag of het Handvest moet blijven wat het is: een handvat voor de Volkenbond om dwingend sancties op te leggen, of dat de bond beperkt wordt in zijn rol door als bemiddelaar op te treden zonder sanctie. Dwang versus consultatie, dat is de vraag waarvoor de Algemene Vergadering zich gesteld ziet in de wetenschap dat het opleggen van sancties niet mogelijk is zonder instemming van de grote mogendheden. Consultatie is daardoor een aantrekkelijker positie. Vooral voor de Britten is het een moeilijke keuze en vandaar dat zij in september 1938 met een tussenvoorstel komen. Geen dwingend optredende Volkenbond, noch een louter consultatieve, maar een bond waarvan de leden het recht hebben sancties op te leggen aan agressors, maar daartoe niet verplicht zijn.
Na veel wikken en wegen komen Frankrijk en Engeland met het voorstel om het Handvest in die zin aan te passen dat de leden van de Volkenbond regionale samenwerkingsverbanden kunnen aangaan voor wederzijdse verdediging zonder dat andere landen in het geweer behoeven te komen in geval van nood. Rusland komt met een dergelijk plan dat in feite mikt op een Oost-Europees samenwerkingsverband in aanvulling op de mogelijkheid een beroep te kunnen doen op de Volkenbond, terwijl de Britten regionale samenwerking beogen zonder de verplichting te hebben elders te hulp te moeten schieten. De Fransen opteren ervoor dat zij een beroep kunnen blijven doen op het Handvest zonder enige verplichting jegens anderen zolang de eigen veiligheid niet in het geding is. Vanwege deze onderhuidse tegenstellingen sterven de voorstellen tot formeren van regionale samenwerkingsverbanden een zachte dood.
Wapenwedloop en het einde van het beginsel van collectieve veiligheid
Nadat het systeem van collectieve veiligheid de rug toe te hebben gekeerd, starten de belangrijkste leden van de Volkenbond een grootscheeps bewapeningsprogramma in de wetenschap dat Duitsland daar al lang mee bezig is. En zo begint het internationale beeld trekken te vertonen van de situatie van voor de Eerste Wereldoorlog toen de bestedingen aan wapens niet op konden. Dat een wapenwedloop automatisch tot oorlog leidt is geen wet van Meden en Perzen, maar aangenomen mag worden dat men zich aan het eind van de dertiger jaren ervan bewust is dat met al die bewapening een gevaarlijke weg wordt ingeslagen.
Het is niet verwonderlijk dat de kleine lidstaten nu net als de grote mogendheden zich uitsluitend bekommeren om hun eigen veiligheid en het voorbeeld van Duitsland volgen. De Balkanlanden, de landen van de Kleine Entente, maar ook de Scandinavische landen, Nederland en België trekken de nationale portemonnee om de bewapening zoveel mogelijk op te voeren. De Volkenbond waarschuwt voor de mogelijk desastreuze effecten van deze focus op bewapening, niet alleen in economisch opzicht – het is in hoge mate verspilling van materiaal en menskracht – maar ook wijst hij op het risico van oorlog. Het is aan dovemansoren, het bewapeningsvraagstuk verdwijnt voor de Volkenbond achter de horizon en het geloof van velen, met name de kleine landen, in zijn daadkracht en autoriteit nadert het nulpunt, zeker na de weigering om Ethiopië, China en Spanje te hulp te komen. Wat deze landen overkomt kan ook elk moment hun lot zijn. En als na het aftreden van de Britse minister van Buitenlandse Zaken Eden, premier Neville Chamberlain openlijk verklaart dat de kleine landen zich geen illusies moeten maken over de mogelijkheid dat de Volkenbond hen kan beschermen tegen agressie van sterkere buurlanden, valt definitief het doek over het concept van collectieve veiligheid. De gevolgen zijn onmiddellijk merkbaar, want als de Algemene Vergadering weer bijeenkomt, verklaren tal van landen zich niet meer gebonden te voelen aan de verplichtingen van het Handvest waaraan zij zich gecommitteerd hebben en die inhouden dat zij andere leden zullen helpen in geval zij worden aangevallen.
Het begin van het einde
Chamberlain en zijn nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Edward Wood, beter bekend als Lord Halifax, proberen in april 1938 een overeenkomst te sluiten met Mussolini waarin zij hem beloven de Italiaanse annexatie van Ethiopië formeel te erkennen in ruil voor de toezegging dat na afloop van de Spaanse Burgeroorlog Italië zijn troepen terugtrekt van Iberische bodem. Aan de secretaris-generaal van de Volkenbond wordt gevraagd het punt van de annexatie te agenderen. Dat is het moment dat Franco’s troepen oprukken aan het Aragonese front, de Middellandse Zee bereiken en de Republiek in tweeën splijten. Iets eerder, begin maart 1938, lopen Hitlers troepen Oostenrijk onder de voet. Het land biedt geen weerstand en vraagt ook niet om hulp aan de landen die steevast verklaard hebben dat een onafhankelijk Oostenrijk van vitaal belang is voor de vrede in Europa. En niemand doet de suggestie om deze openlijke schending van het Vredesverdrag van Versailles aan de Volkenbond voor te leggen. Duidelijk is op dat moment dat Tsjecho-Slowakije de volgende prooi is van Hitler.
Onder dit onheilspellende gesternte start de Raad van de Volkenbond zijn honderdeneerste sessie, de laatste bijeenkomst die nog aandacht trekt van het publiek. Het is van meet af aan duidelijk dat er geen enkel bezwaar zal worden geuit tegen de formele erkenning van de annexatie van Ethiopië en dat noch Frankrijk, noch Engeland hun afkeuring zullen uitspreken over het verslinden van Oostenrijk door Hitler of over de dreiging die Tsjecho-Slowakije boven het hoofd hangt. Chamberlain laat over Ethiopië geen misverstanden bestaan: het besluit om de annexatie te erkennen is geen zaak van Engeland alleen, maar kan slechts door de Raad worden genomen. Dat laatste is voor Haile Selassie aanleiding om nogmaals zijn standpunt naar voren te brengen. Halifax komt niet verder dan te verklaren dat sprake is geweest van schending van het Handvest, maar dat niet-erkenning van de annexatie de vrede op het spel zet. Bevrijding van Ethiopië uit de armen van Italië kan slechts door middel van oorlogvoering en wie zou zover willen gaan? Daarop houdt de keizer weer een hartstochtelijk pleidooi in het belang van zijn land, maar er is geen lid van de Raad die daarop reageert. Ethiopië wordt op de mestvaalt van de geschiedenis achtergelaten. Voor Halifax is het die dag nog niet afgelopen. Spanje doet bij monde van de minster van Buitenlandse Zaken Julio Álvarez Del Vayo opnieuw een beroep op de Raad om het non-interventieprincipe te laten vallen. Als er niet geïntervenieerd wordt in Ethiopië, waarom dat wel toestaan in Spanje? Maar ook Álvarez del Vayo moet toezien dat niemand meer geïnteresseerd is in het lot van de Tweede Spaanse Republiek. Alle kaarten zijn geschud. Vervolgens komt ook de Chinese afvaardiging aan het woord die het argument op tafel legt dat beëindiging van het conflict in China, het afstoppen van het agressieve Japan, de stabiliteit in Europa kan bevorderen. Maar ook zij ervaren dat de angst van de grote mogendheden in het Verre-Oosten voor hen zwaarder weegt dan de belangen het bedreigde China. En deze offers worden allemaal gebracht in de hoop dat door Mussolini te vriend te houden deze in staat zal zijn Hitler in bedwang te houden en om dat te bereiken kunnen de grote mogendheden de Volkenbond missen als kiespijn. Dat verklaart waarom de kwestie van Tsjecho-Slowakije nooit is voorgelegd aan de Raad.
In september komt de Algemene Vergadering bijeen waar duidelijk wordt dat de meerderheid van de leden in het kielzog van de Britten zich willen bevrijden van de verplichtingen van het Handvest om medeleden in geval van agressie te hulp te snellen, zonder afscheid te nemen van de Volkenbond. Maar dit is met elkaar in tegenspraak. Je kunt niet de principes van het Handvest onderschrijven door lid te blijven en tegelijkertijd onder die principes uitkruipen. Tijdens de beraadslagingen doet de Tsjecho-Slowaakse delegatie er het zwijgen toe. Zij hebben alle hoop verloren op steun van een organisatie die mooie woorden spreekt, maar als puntje bij paaltje komt tot geen enkele actie bereid is. Als duidelijk wordt dat de Volkenbond in feite geen rol meer te spelen heeft wanneer een van de leden wordt aangevallen, stellen de Britten voor om de Raad meer armslag te geven om te bemiddelen in een vroeg stadium van een conflict. Op zich geen onverstandig idee, maar het is mosterd na de maaltijd en het voorstel wordt verworpen. Maar als na de Tweede Wereldoorlog de Verenigde Naties het licht zien wordt dit voorstel opgenomen in haar Handvest en krijgt de Veiligheidsraad meer armslag dan zijn voorganger.
In het zicht van de Tweede Wereldoorlog
De Raad van de Volkenbond komt voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nog drie keer bijeen en wel in oktober 1938 en in januari en mei 1939. Tsjecho-Slowakije krijgt nauwelijks of geen aandacht meer, maar China neemt elke gelegenheid te baat om zijn grieven en wensen op tafel te leggen. Ook Spanje verschijnt weer ten tonele, ofschoon de overwinning van Franco nabij is. Spanje vraagt met name aan de Raad om hulp voor de talloze vluchtelingen die de wraak van Franco vrezen. Al snel nadat de nationalistische troepen Madrid zijn binnengetrokken en de overwinning een feit is, erkennen tal van landen Franco als Spaans staatshoofd en de Volkenbond kan niet anders dan dat voorbeeld volgen. Spanje is opnieuw veranderd in een dictatuur. Op 15 maart verdelen Duitsland en Hongarije de Tsjecho-Slowaakse republiek en een paar weken later annexeert Mussolini Albanië. Weliswaar bereiken protesten van de in ballingschap verblijvende Albanese koning Zog en de Tsjecho-Slowaakse premier Beneš de Raad, maar die laat deze kwesties rusten. Intussen heeft Groot-Brittannië steun toegezegd aan Polen, Roemenië en Griekenland waarmee de Britten feitelijk aan het Handvest van de Volkenbond voorbijgaan en een nieuw veiligheidsbeleid introduceren naar eigen goeddunken. Frankrijk sluit zich daarbij aan en beide landen starten onderhandelingen met de Russen.
Voordat de laatste sessie van de Raad in mei ten einde loopt is duidelijk dat Hitler het nu gemunt heeft op Polen en Dantzig. In het geval van Polen gaat het om de behandeling van Duitse minderheden in dat land, een kwestie die de Poolse regering aangaat en dat geldt ook voor de status van Dantzig. Polen zou in feite de Raad om zijn oordeel hebben moeten vragen, maar dat is beneden de waardigheid van het land dat zich ziet als gelijkwaardige partner van Duitsland en als zodanig met dat land wil onderhandelen. Voor wat betreft Dantzig speelt de Hoge Commissaris van de Volkenbond aldaar een belangrijke rol en weet Hitler zover te krijgen dat deze in juli 1939 aangeeft geen oorlog te beginnen over Dantzig en zich voortaan te verstaan met de Hoge Commissaris. De Britten adviseren Polen deze laatste strohalm aan te grijpen, maar de Polen blijven koppig en willen niets weten van bemiddeling tussen Duitsland en Polen door de Hoge Commissaris van Dantzig. Hitler raakt geïrriteerd en ontketent een haatcampagne gericht aan het adres van de Polen die ervan beschuldigd worden de belangen van de Duitse minderheden in hun land met voeten te treden. Beschuldigingen over barbaars optreden jegens de Duitsers zijn niet van de lucht. Op 23 augustus grijpt Hitler in in de vrijstaat Dantzig en roept zijn zetbaas Förster uit tot heerser over Dantzig. Een week later vervoegt Förster zich bij de Hoge Commissaris om hem te zeggen dat Dantzig wederom deel uitmaakt van het Duitse rijk.
De Britten maken na de overval op Tsjecho-Slowakije een draai in hun buitenlands beleid dat tot dan toe gebaseerd is op het axioma dat geen andere garanties aan de Oost-Europese landen kunnen worden gegeven anders dan die volgens het Handvest. Eind maart bieden zij de Polen vergaande veiligheidsgaranties aan. Frankrijk, dat al een verdrag heeft afgesloten met dit land, volgt Groot-Brittannië en gelijkluidende garanties worden vervolgens toegezegd aan Griekenland en Roemenië. Joegoslavië heeft er geen behoefte aan.
Hiermee nemen zij het recht om te beslissen een land in nood terzijde te staan in eigen hand, terwijl het Handvest nadrukkelijk bepaalt dat een besluit tot oorlog geen zaak is om ongecontroleerd over te laten aan een afzonderlijke staat, maar ter beoordeling is van een vijftigtal landen. Toch is het Britse gebaar logisch omdat het Handvest zijn betekenis heeft verloren. De Britten zien hun actie dan ook niet slechts als een concrete maatregel om Polen in bescherming te nemen tegen Hitler, maar tevens als een eerste stap naar een nieuw veiligheidssysteem voor Europa.
Het Molotov-Ribbentroppact en de Finse kwestie
Vanaf het moment dat Rusland lid is van de Volkenbond (september 1934) heeft het land bij monde van Maxim Litvinov een versterking van de bond bepleit onder aanvoering van Engeland, Frankrijk en Rusland. Daar heeft het land de handen niet voor op elkaar weten te krijgen bij de Fransen en Britten die er steeds voor hebben gekozen Mussolini te vriend te houden als middel om Hitler in te tomen. Dit om oorlog te voorkomen, zeker, maar het Handvest is eraan opgeofferd en concreet resultaat is uitgebleven. Nu het menens wordt proberen Frankrijk en Engeland in mei 1939 het idee van Litvinov leven in te blazen door er bij de Russen op aan te dringen de Brits-Franse coalitie voor Oost-Europa uit te breiden tot een driemanschap. Maar het is te laat, de Russen voelen zich door de voortdurende oppositie van de Fransen en Britten tegen hun pleidooi om de Volkenbond meer handen en voeten te geven in een isolement gedrongen en tonen geen belangstelling. Op dezelfde dag dat Hitler zijn aanslag pleegt op Dantzig (23 augustus 1939) sluit Rusland een niet-aanvalsverdrag met Duitsland, het zogeheten Molotov-Ribentroppact. Dat is een rampzalige ontwikkeling die echter niet voor de volle honderd procent op het conto van de Russen kan worden geschreven. Engeland en Frankrijk zijn er medeverantwoordelijk voor. Hitler heeft nu de troeven in handen en de oorlog breekt uit als hij op 1 september Polen binnenvalt.
De laatste keer dat de Volkenbond zich buigt over een conflictueuze situatie is wanneer Rusland Finland attaqueert op 30 november 1939. Daaraan zijn onderhandelingen vooraf gegaan waarbij Rusland Finland heeft verzocht territorium over te dragen dat de Russen van wezenlijk belang achten voor de verdediging van hun grenzen. Dit in ruil voor andere gebieden. Die onderhandelingen verlopen stroef, Rusland verliest zijn geduld en grijpt een waarschijnlijk verzonnen incident aan om Finland binnen te vallen zonder een oorlogsverklaring af te geven.
Na Helsinki en andere steden te hebben gebombardeerd nemen zij de touwtjes in handen en benoemen de al twintig bij hun in ballingschap verkerende Otto Kuusinen tot hoofd van de Democratische Republiek Finland die terstond een verdrag tekent met de bolsjewieken waarin aan al hun eisen tegemoet wordt gekomen. Molotov wijst een bemiddelingsvoorstel van de Amerikaanse president af met het argument dat er geen sprake is van oorlog en Rusland slechts een vreedzaam verdrag heeft afgesloten met de legitieme regering.
Het ligt niet voor de hand gezien de gebeurtenissen in de afgelopen periode dat Finland zich wendt tot de Volkenbond, maar onder druk van de aanzwellende publieke opinie die alles wat naar communisme riekt haat als de pest, komen de Finnen tot de conclusie dat zij niets te verliezen hebben met een beroep op de Volkenbond. Vrijwel alle landen scharen zich achter de Finnen, behalve landen als China, de Scandinavische landen, het Balticum die allen grenzen aan Rusland en voor hun hachje vrezen. Engeland en Frankrijk sympathiseren met Finland, maar nemen niet het initiatief. De Zuid-Amerikaans landen staan pal achter de Finnen en dienen een verzoek in om Rusland uit de Volkenbond te zetten.
Het gaat er de Russen niet echt om Finse gebieden te annexeren. Werkelijke reden voor hun agressie is de angst dat Finland zich aansluit bij Duitsland als dat land Rusland aanvalt. Zij menen dat de Finse neutraliteit is gegarandeerd door er een marionettenregering te installeren, hetgeen een forse misrekening is. In 1939 is Finland nog strikt neutraal, maar twee jaar later sluit het land zich aan bij de Duitse aanval op Rusland, juist vanwege de Russische inbreuk op hun neutraliteit. De Fins-Russische oorlog van 1939 maakt natuurlijk onderdeel uit van de Tweede Wereldoorlog, maar wordt door de Algemene Vergadering van de Volkenbond behandeld als ware het een geïsoleerd conflict. Op verzoek van Zwitserland wordt niets gezegd over de strijd die inmiddels dreigt aan het westelijk front. De Finnen zijn er niet op uit om Rusland uit de Volkenbond te stoten, voor hen is het voldoende wanneer de Algemene Vergadering de Russen zover krijgt om weer plaats te nemen aan de onderhandelingstafel. Maar de Russen, die zelfs niet op komen dagen, volharden in hun standpunt dat zij tot overeenstemming zijn gekomen met de democratisch regering van Finland. De Algemene Vergadering veroordeelt het optreden van Rusland, maar rept niet van sancties of directe militaire steun. Wel roept zij de leden op om Finland hulp te bieden in termen van wapenleveranties.
Ook stelt de Algemene Vergadering vast dat Rusland door zijn optreden zich onttrokken heeft aan het Handvest en vraagt de Raad om tot een conclusie te komen. Op 16 december velt de Raad voor de eerste en laatste keer het oordeel om een land uit de Volkenbond te zetten. De Algemene Vergadering stemt ermee in, zij het dat veel landen zich onthouden van stemming uit angst voor Rusland of betrokken te worden bij de wereldoorlog. Wel is men het erover eens dat Finland recht heeft op materiële hulp die dan ook snel op gang komt. Dan breekt de hel los in het westen.
Het einde
In juni 1940 verhuist het Secretariaat van de Volkenbond naar Princeton in de Verenigde Staten op uitnodiging van de universiteit. Secretaris-Generaal Joseph Avenol (de opvolger van Eric Drummond in 1933) treedt af en zijn plaats wordt ingenomen door de Ier Seán Lester. Na de oorlog komt de Algemene Vergadering voor het laatst bijeen in april 1946 te Genève. Op 19 april houdt de Volkenbond op te bestaan onder het motto…
‘De Volkenbond is dood, lang leve de Verenigde Naties.’
Meer artikelen over de Volkenbond
Ook interessant: De moeizame start van de Volkenbond
…of: De Fins-Russische Winteroorlog (1939-1940)