Zowel in Italië als in Frankrijk staat een wielerkerk waar gelovigen en sporters naar toe komen om hun heiligen en helden eer te bewijzen (Madonna del Ghisallo en Labastide d’Armagnac). Seculiere en religieuze pelgrims bezoeken gezamenlijk deze heiligdommen, zij het om uiteenlopende redenen. Religie en sport lopen zo uit op een zelfde verering van semi-goden, hoewel in het Westen graag gedaan wordt of we geen religieus getinte ‘helden’-verering meer kennen. Niks is echter minder waar. Kijk maar een naar de ‘devote’ standbeelden voor Coen Moulijn, Ankie van Grunsven’s paard Bonfire en Johan Cruijff. Er zit toch altijd een verheerlijkende, religieuze geur aan dergelijke eerbewijzen.
In de Argentijnse plaats Rosario is zelfs een heuse Diego Maradona-kerk te vinden, die al 200.000 aanhangers telt (Iglesia Maradoniana). De kerk is opgericht ter ere van de voetbal-legende Diego Maradona en heeft zijn eigen Tien Geboden. Het eerste gebod is dat de bal niet mag worden gekwetst en de tweede dat men van voetbal moet houden boven alles. De jaartelling van deze kerk begint op 30 oktober 1960, de geboortedatum van Maradona. Volgens die jaarberekening leven we nu bijna in het jaar 56 na Diego. Sportverdwazing, grap of echte oprechte religie? Wie zal het zeggen?
Waarheid
In Keulen is vanaf 8 oktober een tentoonstelling te zien in het Rautenstrauch-Joest-museum waar men probeert te achterhalen wat mensen overal ter wereld beweegt tot pelgrimages. Daar zijn behoorlijk wat redenen voor zo blijkt.
Men trekt bijvoorbeeld dikwijls naar pelgrimsoorden vanwege de religieuze betekenis van een bepaald oord. Vaak gaat men op bedevaart in het voetspoor van een speciale heilige of profeet of reist men af naar een plaats waar een wonder is geschied. Ook kan het gaan om een bezoek aan heilige landschappen, een plaats waar goddelijke voorwerpen worden bewaard, een openbaring heeft plaatsgevonden en heilige personen leefden of stierven.
Veel pelgrims zijn op zoek naar God, een godservaring, “de waarheid” of een ervaring van het “hogere” of het “heilige”. Zaken als verlichting, geluk en genezing spelen ook een belangrijke rol, net als het offeren van gaven, zelfmutilatie, zuiverheidsrituelen, meditatie, ceremonies en versterving.
In dergelijke oorden geloven de pelgrims in contact te kunnen komen met goden en bovennatuurlijke krachten. Maar ook het opdoen van bijzondere reiservaringen, tijdverdrijf, afstand nemen van de burgermaatschappij of vakantie vieren kunnen een reden zijn. Iedereen heeft zo zijn eigen motieven voor dergelijke ‘pelgrimages’.
Vlakbij het Keulse Rautenstrauch-Joest-museum was vroeger ook een pelgrimsroute te vinden. Keulen was immers in de vroege Middeleeuwen een belangrijke plaats voor Europese bedevaartgangers. Dat kwam door de indrukwekkende relikwieën die de stad bezat. Keulen beschikte namelijk volgens de overleveringen over overblijfselen van de Drie Wijzen uit de Bijbel. Vanaf 1164 tot op de dag van vandaag worden deze restanten in een gouden reliekhouder achter het altaar bewaard in de Dom van Keulen. Door dit heilige bezit werd de kerk al snel een grote trekpleister voor pelgrims. De relieken trokken zoveel mensen dat de Dom sterk uitgebreid moest worden tot de grootte die het nu heeft. Tegenwoordig bezoeken zo’n 10.000 mensen dagelijks de Dom van Keulen. Niet altijd is het daarbij duidelijk of het om gelovigen of ‘gewone toeristen’ gaat.
Santiago de Compostela
In Europa is het Spaanse Santiago de Compostella waarschijnlijk het belangrijkste bedevaartsoord. Er is in Europa een netwerk van zo’n 41.000 kilometer waarlangs pelgrims naar deze religieuze plaats kunnen reizen. Het heiligdom van Sint Jakobus is het doel van deze pelgrims. Jakobus voerde veel onsuccesvol missiewerk uit in Spanje en vertrok daarna naar Jeruzalem waar hij vermoord werd door koning Herodes Agrippa I in het jaar 44. Jakobus’ lichaam werd teruggebracht naar Spanje en daar begraven. In de negende eeuw vond men Jakobus’ stoffelijke overschot terug waarna er in de elfde eeuw in Santiago een kathedraal (basiliek) gebouwd werd waar zijn lichaam is bijgezet.
80 miljoen pelgrims
Het drukst bezochte Pelgrimsoord ter wereld is Allahabad, aan de oevers van de Ganges in India, waar om de 12 jaar zo’n 30 tot 80 miljoen mensen samenkomen (schatting 2013).
De grootste jaarlijkse pelgrimstocht vindt plaats in het Irakese Karbala (Arba’een), waar dan meer dan 20 miljoen Sjiitische moslim-bedevaartgangers samenkomen. Ook het christendom kent zeer grote pelgrimages. Zo kwamen er in 1995 in Manilla (Filipijnen) zo’n 2 à 5 miljoen mensen kijken en luisteren naar Johannes Paulus II. De islamitische Hadj naar Mekka trekt jaarlijks zo’n 3 tot 5 miljoen pelgrims.
In het Rautenstrauch-Joest-museum worden in totaal veertien pelgrimsoorden belicht op een oppervlakte van 1400 vierkante meter. Er is niet alleen aandacht voor de grote wereldgodsdiensten, maar ook voor inheemse religies, net als voor seculiere pelgrimages. Naast eigen stukken presenteert het Joest-museum ook voorwerpen uit het Britih Museum en het Wereldmuseum in Rotterdam.
Er is in Keulen ook aandacht voor de politieke en economische aspecten van bedevaarten. Er gaat namelijk veel geld om in religieus toerisme, catering, verkoop van souvenirs en heilige voorwerpen, handel en behoeftes van bedevaartgangers. Dat is niet iets van de laatste jaren. Dergelijke samenkomsten van pelgrims uit alle windstreken zorgde al vroeg in de geschiedenis voor een vorm van globalisatie op economisch en logistiek vlak.
In het verlengde van het economische aspect moet men vaststellen dat ook de logistiek van dergelijke bedevaarten een gigantische uitdaging vormt. De grootste gratis openluchtkeuken ter wereld is bijvoorbeeld het resultaat van een pelgrimstocht. In het Indiase Amritsar komen dagelijks 100.000 mensen samen om te eten bij de Gouden Tempel van de Sikhs. Er worden daar letterlijk tonnen met voedsel uitgedeeld vanuit een keuken die nooit stopt. Iedereen is welkom en niemand hoeft een Indiase Rupee te betalen.
Glas-in-Lood
De Pelgrim-tentoonstelling in Keulen begint met een fraaie glas-in-lood weergave van Sint Jakobus. Even daarna krijgen we een uitstalling van Maria-beeldjes te zien die langs pelgrimroutes te koop zijn. Verderop loopt men langs schitterende, grote foto’s van de islamitische Kaäba in Mekka, waar Adam en Abraham gewoond zouden hebben, en kan men zichzelf op de foto laten zetten als christelijke pelgrim, inclusief passende achtergrond met religieuze symbolen. Even later zien we een muur met indrukkend veel geborduurde Maria-afbeeldingen erop in allerlei soorten, maten en kleuren.
Heilige Berg
Verderop in de tentoonstelling krijgt men boeddhistische beelden en Mandala’s (Tibetaans religieus symbool voor het universum) te zien, Pagodes uit Birma, foto’s van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella, Sjiitische vlaggen en lachende pelgrims die op weg zijn naar de heilige berg Kailash. Kailash wordt als de grootste natuurlijke Mandala ter wereld beschouwd. Al duizenden jaren wordt deze berg aanbeden door miljoenen hindoes, boeddhisten en jainisten. De pelgrims leggen lopend een traject van 53 kilometer af rond de 6638 meter hoge berg. Ze beginnen daarbij op een hoogte van 4680 meter en stijgen vervolgens 1000 meter. Zo proberen ze hun lichamen en zielen te reinigen, hun zonden kwijt te raken, spiritueel sterker te worden en uiteindelijk het Nirwana te bereiken. In Keulen is een indrukwekkende foto van deze heilige Kailash-berg te zien.
Interreligieus
Interessant en leerzaam feit van de tentoonstelling is verder dat een bepaalde bedevaart niet per se gereserveerd hoeft te blijven voor de aanhangers van één specifieke godsdienst. Soms vindt er vermenging plaats en komen aanhangers van verschillende religies bijeen op de zelfde pelgrimsroute op weg naar één en het zelfde pelgrimsoord. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het heiligdom van Sheik Khwaja Moinuddin Chishti in Ajmer (India). Deze heilige bracht het Chishti Soefisme naar India en werd in 1235 begraven in Ajmer. Zijn graf werd vervolgens het belangrijkste moslim-pelgrimsoord in India. Tienduizenden gelovigen bezoeken het heiligdom dagelijks en opvallend genoeg komen er ook veel hindoes uit de omgeving naartoe. Op de sterfdag van de sjeik bezoeken meer dan een miljoen mensen de tombe van de heilige en wordt een grote hoeveelheid rozenblaadjes uitgeworpen en 7000 kilo zoete, gekookte saffraanrijst uitgedeeld aan de gelovigen. Op die manier worden ze gezegend door God.
Bedevaart en Oorlog
Zo vredelievend gaat het er echter niet altijd aan toe. Als religieuze leiders immers bepaalde heiligdommen gaan claimen en ten strijde trekken tegen elkaar, kunnen bedevaarten tot oorlog leiden. Pelgrims zijn dus niet altijd zo vredelievend en heilzaam als ze er uitzien. Wereldvreemde, geitenwollen sokken dragende bedevaartgangers kunnen op termijn ravages aanrichten. Dat kan leiden tot grote conflicten zoals men kan zien in conflictsteden als Hebron, Lalibela en Karbala. Jeruzalem is ook zo’n voorbeeld. Weinig steden ter wereld werden zo vaak veroverd, vernield en weer opgebouwd als deze 4000-jaar oude pelgrimsstad.
Kunst
Pelgrimages kunnen gelukkig ook tot schoonheid leiden. Denk maar eens aan de prachtige kerken en kunst in Rome, de islamitische Kalligrafie en hindoeïstische beelden en tekeningen in India. Beroemde kunstenaars als Michelangelo schiepen cultuur voor diverse vormen van bedevaart waar pelgrims vandaag de dag nog steeds van genieten. De prachtige kunst en cultuur in het Joest-museum geeft daar blijk van.
Inheemse Religies
Indrukwekkend is verder de aandacht die het Joest-museum besteedt aan de bedevaart naar Ra’iatea in Frans Polynesië (Taputapuatea). Hier gaat het niet om een pelgrimstocht van een van de grote wereldgodsdiensten, maar om de bedevaart van inheemse religies (oude Polynesische godsdiensten), waar ook indrukwekkend veel gelovigen op af komen vanuit plaatsen die soms meer dan 4000 kilometer van dit heiligdom verwijderd liggen. De verzamelplaats Marae op Ra’iatea werd 1000 jaar na Christus opgericht als spiritueel centrum en wordt gezien als herkomstpunt van diverse gezamenlijke culturen en religies in de Zuidzee. Priesters, stuurmannen (navigators) en andere zeevarenden komen hier al eeuwenlang naartoe om gaven te offeren aan hun goden en om kennis uit te wisselen die men vervolgens mee naar huis neemt. Vanaf de jaren zeventig kwam er een revival van deze gebruiken en reisde men weer vaker af naar het gebied op zoek naar de eigen roots en identiteit.
Universeel
Het maken van pelgrimages blijkt dus universeel te zijn. Op alle continenten worden bedevaarten gehouden door mensen van alle religies uit alle sociale klassen. De overeenkomsten zijn vaak groter dan de zaken die de pelgrims scheiden. Eigenlijk kan men in ieder mens wel een pelgrim zien die gedurende zijn leven een reis maakt door ruimte en tijd, ongeacht of hij gelovig is of niet. Het is een beetje zoals de Amerikaanse auteur Nelson Demille eens schreef:
“We zijn allemaal pelgrims op dezelfde reis. Alleen beschikken sommigen onder ons over betere routekaarten dan anderen …”
De Pelgrim-expositie in het Rautenstrauch-Joest-museum te Keulen is nog te zien tot 9 april 2017.
Meer religieuze geschiedenis
Boek: Een geschiedenis van God