Verhalen van mensen die het bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 meemaakten. Sommigen zaten als ratten in de val.
Deze maand verschijnt bij uitgeverij Vantilt het boek Na de val. Nederland na 1989. Hanco Jürgens, als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Duitsland Instituut Amsterdam, geeft hierin antwoord op de vraag hoe Nederland na de val van de Berlijnse Muur in 1989 veranderde. Op Historiek publiceren we een deel van de inleiding van zijn boek:
De algemene kennis van de bevrijdingsgeschiedenis van Nederland blijkt meestal nogal beperkt. In september 1944 rukten geallieerde troepen door Limburg en Noord-Brabant op naar Arnhem, om daar ‘de brug’ te veroveren. Dat mislukte, maar Zuid-Nederland was bevrijd. De rest van het land moest wachten totdat in april 1945 de Canadezen kwamen. Die veroverden Oost- en Noord-Nederland. Op 5 mei 1945
Op 17 september 1944 begon Market Garden, een van de grootste militaire operaties van de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden zouden in Duitsland snel de Rijn oversteken en nog vóór de kerst de nazi’s verslaan. Het liep anders.
Of het nou gaat over orale seks, impotentie, homoseksualiteit, seks in het vrije veld, voyeurisme, de huwelijksnacht, ontmaagding, vrolijke hoeren, geslachtsziekten of schaamhaarcoiffures: geen onderwerp bleef in de zeventiende en achttiende eeuw onbezongen.
Sprookjes zijn nog altijd populair, maar ze lijken nog maar weinig op de sprookjes van eeuwen geleden. In vergelijking met de oude sprookjes zijn de vertellingen van nu nogal zoetsappig. Happy endings waren vroeger helemaal niet noodzakelijk.
Sterke verhalen zijn van alle tijden. Bekend zijn onder meer de kinderprenten, personen die hun ziel aan de duivel verkopen (Faust), verhalen over dwergen en reuzen (Gulliver’s Travels, Goliath & Goliath) en narren of andere grappenmakers (Tijl Uilenspiegel) die anderen met mooie verhalen vermaakten.
Het woord ‘sprookje’ is afgeleid van het middeleeuwse woord ‘sproke’, dat komt van spreken, het mondeling overdragen of letterlijker: ‘het gesprokene’.
Voor 1500 gulden werd in juli 1668 de schuilplaats van Koerbagh onthuld, waarna de vrijdenker in de boeien werd geslagen en afgevoerd werd naar Amsterdam.
Op 27 juli 1668 eiste Cornelis Witsen, de schout van Amsterdam, dat Adriaan Koerbagh, een intellectueel, arts en jurist, zou worden veroordeeld tot het in het openbaar afhakken van zijn rechterduim, het doorsteken van zijn tong met een gloeiende priem, dertig jaar gevangenisstraf en het verbranden van al zijn boeken:
In het voorjaar van 1668 bewerkte een boekdrukker in Utrecht een manuscript van een boek dat in de vroege zomer zou moeten verschijnen: Een ligt schijnende in duystere plaatsen, om te verligten de voornaamste saaken der Gods geleertheyd en Gods dienst.
De Europese Unie maakt momenteel een vrij zware crisis door. Om deze penibele toestand goed te begrijpen en te weten waar de EU nu staat, is een historisch perspectief nuttig.
De Nederlandse rechtsgeleerde en schrijver Hugo de Groot (1583-1645) is vooral bekend gebleven door de boekenkist waarin hij in 1621 uit Slot Loevenstein ontsnapte en die door minstens drie musea is tentoongesteld.
Nijmegen heeft op 22 februari herdacht dat daar in 1944, toen zeventig jaar geleden, bijna achthonderd mensen om het leven kwamen bij een ‘vergissingsbombardement’. Amerkaanse bommenwerpers, die Duitse steden hadden moeten bestoken, lieten 71 clusterbommen en 144 bommen van ieder 500 pond vallen boven de Nijmeegse binnenstad. 763 mensen kwamen om, bijna 1.250 gebouwen werden verwoest en duizenden mensen raakten
Geschiedenis is een ontdekking die plaatsvond ergens aan het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw. Dat is de verrassende conclusie in Historiezucht, een fascinerend boek van Marita Mathijsen over het ontwaken van historisch besef en hoe geschiedenis ‘van iedereen’ werd. Dat geschiedenis ‘ontdekt’ kon worden is een vreemde gewaarwording, omdat historie er natuurlijk altijd is
De periode van de Verlichting mag zich in een toenemende belangstelling verheugen, niet alleen onder vakhistorici maar eveneens bij een algemeen geïnteresseerd publiek. Die betrekkelijke populariteit geldt zeker ook het domein van de religie.
Wie op school iets heeft geleerd over de Franse Revolutie, heeft van de guillotine gehoord. De moordmachine is onlosmakelijk verbonden met de revolutie.
Eind november barst in Nederland een orangistische orgie los. Dan wordt herdacht dat prins Willem VI, zoon van de in 1795 naar Engeland uitgeweken stadhouder Willem V, 200 jaar geleden in Scheveningen werd binnengehaald om vorst te worden en twee jaar later koning van het met België en Luxemburg uitgebreide Koninkrijk der Nederlanden. Daarmee kwam aan de verschrikkelijke ‘Franse tijd’
Bij het Nijmeegse Museum Het Valkhof is zaterdag een tentoonstelling over de achttiende eeuw geopend. Tegelijkertijd werd een boek uitgebacht van historicus Joost Rosendaal. Kernboodschap van zowel de tentoonstelling als het boek is: de achttiende eeuw is niet saai en vormde de opmaat voor het ontstaan van het moderne Nederland.
Hoe liepen de Romeinen er tweeduizend jaar geleden in Noordwest-Europa bij? Wat voor kleding droegen ze, wat hadden ze bij zich en wat deden ze met hun haar? Over dit soort vragen buigen honderden Nederlandse re-enactors zich al tijden. Deze re-enactors spelen niet zomaar Romeinse veldslagen na, ze doen ook uitvoerig onderzoek naar de kleding en gewoontes van de Romeinen.
De moderne Nederlandse democratie begon volgens Joost Rosendaal, historicus aan de Radboud Universiteit Nijmegen, in Heusden. Hij schreef een boek over het verhaal van de patriotse revolutie van de achttiende eeuw: Tot Nut van Nederland.
Van ellende in de krotwoningen in de Nijmeegse binnenstad rond 1900 en de oprichting van de eerste woningbouwvereniging De Gezonde Woning in 1911 tot wooncorporatie Standvast Wonen. In de tentoonstelling De Gelukkige Huurder belicht het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis en Architectuur Centrum Nijmegen vanaf 15 oktober honderd jaar volkshuisvesting in Nijmegen.