Hoekse en Kabeljauwse Twisten (1345-1492)

Strijd om de macht, in Holland, Zeeland & Utrecht
13 minuten leestijd
Gevechten en rellen in Dordrecht tussen de Hoeken en de Kabeljauwen, 1406 - Gravure van Johann Wilhelm Kaiser. 19e eeuw (Rijksmuseum)

De Hoekse en Kabeljauwse Twisten (1345-1492) is de benaming die historici hebben gegeven aan een roerige periode in de geschiedenis van het graafschap Holland en Zeeland gedurende de late middeleeuwen. Het conflict ging over wie er recht had op de macht in deze graafschappen. Waarom brak in er in Holland eigenlijk een machtsstrijd uit? Wie waren er bij het conflict betrokken? Wie waren precies de Hoeken en de Kabeljauwen, zoals ze genoemd werden? En welk van beide groepen kwam bovendrijven als sterkste machtspartij? Een korte geschiedenis en tijdlijn van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten.

Achtergronden van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten

Graaf Willem IV
Graaf Willem IV
De Hoekse en Kabeljauwse Twisten waren een ingewikkelde en langdurige strijd om politieke invloed, die begrepen moet worden tegen de achtergrond van de late middeleeuwen. In de periode van globaal 1200 tot 1500 kwam de stedelijke burgerij sterk op, door de opleving van de handel (denk aan de Hanze). Tegelijk streefden graven en hertogen naar centralisme en probeerden zij steeds sterker vanuit één centraal punt te regeren, ten koste van de lagere aristocratie en de steden.

De strijd tussen de Hoeken en Kabeljauwen had dan ook voornamelijk te maken met invloedssferen en een strijd om de macht. Om meer invloed te krijgen of hun eigen politiek macht te behouden, raakten standen, steden, politieke facties en (adellijke) families met elkaar in conflict. Of, zoals historicus Maarten Aleva het in het historisch tijdschrift Skript beschreef:

“De Hoekse en Kabeljauwse twisten moeten volgens hedendaagse historici niet gezien worden als zomaar een burgeroorlog. Tijdgenoten betitelden deze conflicten als veten van de adel en niet als oorlog.”

In deze zin zijn de Hoekse en Kabeljauwse Twisten vergelijkbaar met soortgelijke botsingen die zich in die tijd elders afspeelden, zoals de Friese strijd tussen Schieringers en Vetkopers, de machtsstrijd in Gelre tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten, de Utrechtse facties de Lichtenbergers en Fresingen of de Vlaamse spanningen tussen de zogenoemde Klauwaards en Leliaards. Ook zijn er parallellen met de toen gevoerde Honderdjarige Oorlog (1337-1453) tussen Engeland en Frankrijk, waarbij eveneens machtspolitiek en discussies over gebiedseigendom en erfopvolging een rol speelden. Net als de Honderdjarige Oorlog waren de ruim honderdvijftig jaar durende Hoekse en Kabeljauwse Twisten een strijd die met tussenpozen opleefde.

Aanleiding en oorzaken van de tegenstellingen tussen Hoeken en Kabeljauwen

Margaretha van Beieren
Margaretha van Beieren (Publiek Domein – wiki)
De aanleiding voor de Hoekse en Kabeljauwse Twisten was het overlijden van graaf Willem IV in 1345, die geen kinderen had. Lodewijk de Beier (1282-1347), toenmalig keizer van het Heilige Roomse Rijk, was als Lodewijk IV opperleenheer van het graafschap Holland en gaf het gebied in handen van zijn vrouw Margaretha van Beieren (1310-1356), die zo in januari 1346 gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen werd. Margaretha was de zus van de overleden Willem IV.
 
Margaretha’s zoon Willem kreeg in september 1346 het bestuur van Holland en Zeeland in handen. Als minderjarige van 13 kwam het bestuur echter eerst in handen van een oom van Margaretha: Jan van Beaumont (ca. 1288-1356), tot Willem in januari 1349 door zijn moeder aangesteld werd tot graaf Willem V van Holland.

Al snel ontstond er een machtsstrijd tussen moeder en zoon. Deze werd mede aangewakkerd door de financiële problemen in het graafschap Holland die er op dat moment waren. Willem IV had er financieel een zooitje van gemaakt. Verder was er sprake van dure oorlogen in de Friese landen en het Sticht Utrecht, terwijl de aanstelling van Willem V onder de edelen en steden tot onrust leidde vanwege het hoge salaris dat Margaretha voor haar zoon bedongen had. Omgerekend kreeg Willem V namelijk een vorstelijke eenmalige uitkering van fl. 15.000 gulden (omgerekend naar vandaag meer dan 2 miljoen euro) en een jaarlijkse toelage van fl. 6000 gulden, ofwel naar hedendaagse waarde ruim 800.000 euro. Van deze inkomsten moest Willem een belastingpercentage afstaan aan zijn moeder. Meerdere edelen en steden tekenden protest aan tegen deze hoge vergoedingen. Ten slotte ontstond er vanaf 1347 veel maatschappelijke onrust en armoede door de uitbraak van de Zwarte Dood, die tot 1352 ongeveer een derde van de Europese bevolking wegvaagde.

Twee kampen: de Kabeljauwen en de Hoeken

Er ontstonden twee kampen die stelling namen in de machtsstrijd. De Kabeljauwen steunden Willem V en wilden hem losmaken van zijn moeder, vooral ook om zelf geen macht te verliezen. Vermoedelijk werd voor de naam Kabeljauwen gekozen, omdat in het familiewapen van Beieren enkele blauwgrijze ruiten voorkwamen die leken op visschubben. De andere partij steunde Margaretha en noemde zich Hoeken ofwel ‘haken’. Met haken kun je namelijk kabeljauwen vangen. Over de herkomst van de termen ‘kabeljauwen’ en ‘hoeken’ bestaat, zo lezen we in de oudheidkundige periodiek De Bongard nog een twijfelachtige hypothese, namelijk een etymologische relatie met het woord hooker (prostituee). De connectie lijkt vergezocht, maar te leuk om niet te vermelden:

“Als zeebonken veel kabeljauw aan land brachten en de raadsleden een zootje cadeau kregen, mochten de zeelui ‘lichtekooien’ mee aan boord nemen. Het waren vrouwen die zij licht (gemakkelijk) in hun kooi (bed) kon krijgen. Die vrouwen werden ook wel ‘hoeken’ genoemd en in Engeland bestaat het woord hooker, voor een prostituee nog steeds.” (editie 20.3, 2008, p.18)

Graaf Willem V van Holland
Graaf Willem V van Holland (Publiek Domein – wiki)
De Kabeljauwen bestonden veelal uit lagere edelen, enkele steden (met name Delft, maar ook steden als Leiden, Culemborg, Egmond, Heemskerk, Naarden en later Hoorn), gegoede burgers (de stedelijke bourgeoisie), vissers en ook boeren die relatief progressief waren en het politieke conservatisme zat waren. Deze groep was echter niet vastomlijnd: soms sloten zich nieuwe edelen en burgers bij de Kabeljauwen aan, maar soms liepen ze ook – uit politiek of economisch eigenbelang – ineens over naar de andere partij. Bij de andere factie, de Hoeken, gebeurde hetzelfde. Op 23 mei 1350 sloten de Kabeljauwen, vermoedelijk in hun bolwerk Delft, een akte die bekend is geworden als de Kabeljauwse verbondsakte. Twaalf steden beloofden om er alles aan te doen om Willem V stevig in het politieke zadel te zetten. Tot de supporters van Willem V die dit document ondertekenden, behoorden onder meer Jan I van Egmond (volgens historici een van de belangrijkste aanstichters van de Twisten), Gerard van Heemskerk, Jan van de Wateringen, Jan IV van Arkel en Delft. Later sloten onder meer Jan van Culemborg (heer van Woudenberg), Jan III van Persijn, Jan die Molenaar en Gijsbrecht II van Nijenrode zich bij deze factie aan.

De benaming: Hoeken en Kabeljauwen

In zijn Eerste onderricht in de vaderlandsche geschiedenis (1878) schreef Lodewijk Mulder het volgende over de herkomst van de benaming Hoekse en Kabeljauwse Twisten:

Het was in die tijd de gewoonte, dat alle personen, die tot de hofhouding van een vorst of eene vorstin behoorden, bontgekleurde kleederen droegen, waarvan de kleuren hetzelfde waren als die van het vorstelijke wapen. Daar nu het wapen van Beieren uit schuinsche blauwe en witte ruiten bestaat, was de kleding der hovelingen van Willem van Beieren met dergelijke ruiten bezet, waaruit de tegenpartij, dat waren de aanhangers van Margaretha, aanleiding nam te zeggen, dat zij er uitzagen als groote visschen met schubben op het lijf, en hen daarom spotswijze Kabeljauwen noemden. Daar de grootste vijand van den kabeljauw zeker de visschhaak of de hoek is, waarmede hij gevangen wordt, noemden zij zich zelven Hoeken, om daarmee aan te toonen, dat zij die Kabeljauwen wel zouden meester worden.

De Hoeken, de aanhangers van Margaretha van Beieren, reageerden kort na de Kabeljauwse verbondsakte met hun eigen factie, namelijk op 5 september 1350 met het opstellen van hun eigen akte, de zogeheten Hoekse verbondakte. Tot de aanhangers van deze factie behoorde vooral de hogere adel en aristocratie, die in de kern bestond uit een groep van ruim dertig edelen, onder wie Willem van Duvenvoorde, Jan II van Polanen, Dirk III van Brederode, Jacob en Herbaren van der Binkhorst, Arend III van Duvenvoorde, Herbaren van Riede, Gerard van Heemstede, Dirk van Raaphorst, Gerard en Reinier Dever, Floris van der Boekhorst, Dirk IV van Wassenaer en Ogier van Kralingen.

Verder had een katholieke priester, Matthijs van der Burch, de akte ondertekend. Ook een aantal steden sloot zich, voor langere of kortere tijd, aan bij de Hoeken. Twee steden waren gedurende het hele conflict Hoeks: Gouda en Schoonhoven. Ook bisschopssteden, zoals Utrecht, waren doorgaans Hoeks, net als (op bepaalde momenten, niet constant) de steden Rotterdam en Dordrecht.

Zoen van Delft (1428)
Zoen van Delft (1428)
De stellingen waren met de vastlegging van beide verbondsaktes officieel ingenomen. Maar de echte trigger en aanleiding voor het losbarsten van onlusten was de moord op de Kabeljauw Claes Dirksz. van Zwieten van Drakenburg in Delft op 23 augustus 1350.

Wat volgde was een periode van ongeveer anderhalve eeuw waarin, met tussenpozen, onderling gevochten werd. Hieronder staan de veldslagen, schermutselingen en belangrijkste gebeurtenissen uit de periode 1345 tot 1498 overzichtelijk weergegeven in een tijdlijn. Historici onderscheiden doorgaans drie fases in de strijd, namelijk de periode 1345 tot 1359 (Kabeljauwse opmars), de jaren 1390 tot 1428 (wisselende fronten, Kabeljauwse winst met Zoen van Delft) en de laatste fase van 1456 tot 1490 (de Kabeljauwen winnen).


Tijdlijn met belangrijke gebeurtenissen uit de Hoekse en Kabeljauwse Twisten

Fase 1 – De jaren 1345 tot 1358: vorming van bondgenootschappen & Kabeljauwse opmars

  • 26 september 1345 – Graaf Willem IV van Holland overlijdt tijdens de Slag bij Warns (nabij Stavoren).
  • 13 januari 1346 – Margaretha van Beieren wordt gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen.
  • 5 januari 1349 – Margaretha van Beieren stelt haar zoon Willem aan als graaf Willem V van Holland.
  • 15 of 16 mei 1350 – De Slag bij Naarden, ook bekend als het Beleg van Naarden, is de eerste veldslag uit de periode van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten. De Kabeljauwse stad Naarden wordt veroverd door de Hoeken.
  • 23 mei 1350 – De Kabeljauwse verbondsakte (ook wel Kabeljauws verbond genoemd) wordt gesloten. Over de datering van dit pact bestaat discussie onder historici. Zo zijn er historici die dit schriftelijke document dateren in het voorjaar van 1351, op 12 juni 1351 en ook op 26 september 1351.
  • 23 augustus 1350 – De Kabeljauw Klaes van Swieten wordt vermoord. Deze gebeurtenis is een belangrijke trigger voor de verdere escalatie van de Hoekse en Kabeljauwse Twisten.
  • 5 september 1350 – De Hoekse verbondsakte komt tot stand, als antwoord op het Kabeljauwse verbond enkele maanden eerder.
     
    Willekeurige afbeelding van een scheepsgevecht in de 14e eeuw.
    Willekeurige afbeelding van een scheepsgevecht in de 14e eeuw. (Publiek Domein – wiki)

  • 4 juli 1351Slag bij Zwartewaal. De slag wordt gewonnen door de Kabeljauwse troepen van Willem V.
  • 1354 – Margaretha doet afstand van haar macht in Holland en Zeeland. Dit is voor de Kabeljauwen een belangrijke overwinning, want Willem V heeft nu in deze graafschappen de macht. Na het overlijden van Margaretha in 1356 breidt Willem V zijn invloed nog verder uit, want hij erft ook Henegouwen.
    Graaf Albrecht van Beieren
    Graaf Albrecht van Beieren (Publiek Domein – wiki)

  • 1357/1358 – Graaf Willem V wordt krankzinnig en steekt op een avond een van zijn vazallen, Gerrit van Wateringen, dood. Hierna, begin 1358, neemt zijn broer Albrecht van Beieren de macht van zijn broer over en laat hij de ‘dolle graaf’ Willem in het kasteel Le Quesnoy opsluiten, tot diens dood in 1389. De Kabeljauwen beginnen in deze tijd, 1358, een nieuwe opstand. Na een moord op een abt in Middelburg, in april 1358, verdenkt Albrecht van Beieren de Zeeuwse adel – specifiek Floris van Borselen en Machteld van Voorne – van betrokkenheid bij deze moord. Albrecht belegt vervolgens Heusden en Heemskerk. Floris van Borselen geeft zich uiteindelijk op 20 februari 1359 over aan Albrecht en mag straffeloos terugkeren naar Zeeland.
  • 1 september 1358 – 20 februari 1359Beleg van Heusden. Het beleg resulteert in een Hoekse overwinning onder leiding van graaf Albrecht van Beieren.
  • 4 december 1358 – 24 maart 1359 – Beleg van Heemskerk. Het beleg wordt een Hoekse overwinning: de stad Heemskerk moet zich overgeven.
  • 11 maart – 29 mei 1359 – Beleg van Delft. Hoewel de stad Delft een bolwerk van de Kabeljauwen is, kiest het stadsbestuur voor de Hoeken. Hierop belegeren de Kabeljauwen de stad en hongeren Delft uit. Als de Hoeken zich overgeven, is de wraak van de Kabeljauwen zoet:

    “Het verhaal wil dat de mannelijke inwoners gedwongen werden blootsvoets naar ‘s-Gravenhage te lopen. De vrouwen moesten hetzelfde doen en bovendien smeken om het leven van de mannen. De stadsmuur werd afgebroken en gebruikt voor Kabeljauwse bouwwerken…”


Fase 2 – Jaren 1390 tot 1428: wisselende fronten, escalatie & Kabeljauwse overwinning met Zoen van Delft

  • 1390 tot 1401 – De jaren 1390 tot 1401 kenmerken zich door grote spanningen binnen de Haagse aristocratie, in het graafschap Holland. Binnen de aristocratie in de hofstad ontstaan er conflicten en komen Kabeljauwse en Hoekse sympathisanten tegenover elkaar te staan. Aanvankelijk zijn de Kabeljauwen onder leiding van Jan van Arkel aan het hof dominant, maar uiteindelijk worden de Hoeken de dominante partij in Den Haag.
  • 22 september 1392 – Moord op de jonkvrouw Aleid van Poelgeest, de minnares van de Hollandse graaf Albrecht van Beieren, door enkele Hoekse edelen. Het motief is waarschijnlijk een geschil omtrent een erfenis. De hoofdverdachten zijn enkele edelen onder leiding van Gerrit en Dirk de Blote.
  • 1393 – Beleg van Altena. Dit beleg wordt gewonnen door Albrecht van Beieren, namens de Hoeken.
  • 1396 tot 1401 – De Friese Oorlog. Graaf Albrecht van Beieren onderneemt in deze periode vier veldtochten naar Friesland om de Friezen aan zijn gezag te onderwerpen. De graaf slaagt erin om Friesland aan zijn gezag te onderwerpen, wat bezegeld wordt in de Vrede van Bolsward (30 september 1401). Deze houdt echter niet lang stand, want in de jaren hierna schudden de Friezen het Hollandse gezag weer van zich af: in 1413 is Stavoren de laatste Friese plaats die zich losmaakt van Holland.
  • Wapen van Jan V van Arkel
    Wapen van Jan V van Arkel (Henk ’t Jong – tScapreel)
    1401-1412 – Arkelse Oorlogen. Graaf Willem VI (1365-1417) komt in conflict met zijn vazal Jan V van Arkel (1362-1428), die weigerde mee te vechten tegen de Friezen en tevens de kant van de Kabeljauwen koos, terwijl de Hollandse graaf tot de partij van de Hoeken behoorde. De oorlogen eindigen met de Vrede van Duurstede, een Hoekse overwinning waarbij Van Arkel zijn landgoederen, het zogenoemde Land van Arkel, verliest aan Holland. Dit wordt definitief beklonken in de Vrede van Duurstede op 26 juli 1412.
  • 1417 – De conflicten tussen de Hoeken en Kabeljauwen escaleren in dit jaar verder. Jacoba van Beieren (1401-1436) volgt Willem VI op, nadat deze op 31 mei 1417 is overleden. De strijd tussen de Hoeken en Kabeljauwen laait hierna weer op, met als kernpunt de rechten van Jacoba van Beieren op de opvolging. De Hoeken steunen Jacoba van Beieren, terwijl de Kabeljauwen haar oom Jan van Beieren (1374-1425, bisschop van Luik) steunen, die ook aanspraak maakt op de grafelijke titel en bezittingen. Tot 1417 bestaan de Hoekse en Kabeljauwse Twisten vooral uit kortstondige en beperkte campagnes en relatief kleine veldslagen en belegeringen. Maar vanaf nu escaleert de situatie en raken steeds meer ‘gewone burgers’ bij de strijd betrokken.
  • 1425-1428 – Verder escalatie van het conflict. Filips de Goede (1396-1467), ook bekend als Filips van Bourgondië, die de Kabeljauwen steunt, komt aan de macht in als hertog van Brabant en Limburg, als erfgenaam van Jan IV van Brabant (1403-1427). De strijd escaleert hierna verder en ook steden in het noordelijke deel van het graafschap Holland raken in de strijd betrokken. Belangrijke slagen zijn onder meer het de Eerste Slag bij Alphen aan de Rijn (21 oktober 1425, overwinning voor de Hoeken), het Beleg van Haarlem van 4 april tot 8 mei 1426, die eindigt in een overwinning voor de Kabeljauwen (Jacoba van Beieren en de Hoeken breken het beleg af), de Tweede Slag bij Alphen aan de Rijn (30 april 1426, overwinning voor de Hoeken), de Slag bij Hoorn (22 augustus 1426, grote overwinning van de Kabeljauwen), het Beleg van Zevenbergen (november 1426 tot 11 april 1427, overwinning Kabeljauwen), het Beleg van Amersfoort (1 tot 8 november van 1427, overwinning van de Kabeljauwen o.l.v. Filips de Goede) en ten slotte het Beleg van Gouda (mei 1428, overwinning Filips de Goede/Kabeljauwen).
  • 3 juli 1428 – Beide partijen ondertekenen de Zoen van Delft, ook wel Zoenverdrag van Delft genoemd. Jacoba van Beieren doet dit namens de Hoeken, terwijl Filips de Goede de Kabeljauwen vertegenwoordigt. De Zoen van Delft betekende een overwinning voor de Kabeljauwen. Filips de Goede breidde zijn macht uit en verwerft het graafschap Holland, Zeeland en Henegouwen, dat hij van zijn nicht Jacoba van Beieren overneemt.

Fase 3 – de 1456 tot 1490: de Kabeljauwen en Bourgondiërs winnen de strijd

  • 1456-1458 – De Utrechtse Oorlog, ook wel de Eerste Utrechtse Burgeroorlog genoemd. Tijdens dit conflict vindt van 14 augustus tot 15 september 1456 het Beleg van Deventer plaats. Beide conflicten worden gewonnen door de alliantie van Bourgondiërs en Kabeljauwen.
  • 1481-1483 – Tweede Utrechtse Burgeroorlog, een serie twisten in Het Sticht. De oorlog eindigt in een overwinning voor Maximiliaan I van Oostenrijk, die Utrecht verovert en in zijn macht krijgt.
  • Jan van Schaffelaar werpt zich van den toren te Barneveld
    Jan van Schaffelaar werpt zich van den toren te Barneveld (Georg Sturm, Rijksmuseum)
    16 juli 1482 – De Kabeljauwse aanvoerder Jan van Schaffelaar springt van de toren in Barneveld. De Hoeken, die in Barneveld de macht grepen, eisen dat alle Kabejauwen van de kerktoren naar beneden gegooid worden. Hierop neemt Van Schaffelaar het initiatief om zich op te offeren voor zijn kompanen, volgens de overlevering met de woorden:

    “Lieve gesellen, ic moet ummer sterven, ic en wil u in geenen last brenghen.”

  • 1488-1490 – De Jonker Fransenoorlog, de laatste slag uit de Hoekse en Kabeljauwse Twisten die in de graafschappen Holland en Zeeland, wordt uitgevochten. Tijdens de Slag bij Moordrecht (18 juni 1490) verslaan de Kabeljauwen de Hoeken bij de Hollandse IJssel. De Hoeken, onder Jonker – alias de ‘roofridder’ – Frans van Brederode, verliezen definitief in de Slag bij Brouwershaven (23 juli 1490) van de Kabeljauwse troepen van de Habsburgse vorst Maximiliaan I van Oostenrijk (1459-1519).
  • 1492 – Er wordt dit jaar een verdrag ondertekend waarmee de Hoekse en Kabeljauwse Twisten definitief worden beëindigd.

Uitdrukking: ‘Het gaat er Hoeks en Kabeljauws aan toe’

Aan de Hoekse en Kabeljauwse Twisten hebben we een bijzondere uitdrukking te danken, namelijk: ‘Het gaat er Hoeks en Kabeljauws aan toe’. Deze uitdrukking betekent dat ergens een minder fijne sfeer hangt: een gespannen sfeer, lawaaierig en ongestructureerd. Zo tekenden de romanschrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken (vooral bekend van hun roman Sara Burghart, in 2020 opgenomen in de Canon) in 1784 in een van hun werken het volgende op:

” ’t Is toch een lieve jongen, en ’t was al zyn schuld niet, dat gy beiden zo Hoeksch en Kabbeljaauwsch omgingt.”

Boek: Bourgondië voorbij. De Nederlanden 1250-1650 – Louis Sicking & Mario Damen

Bronnen â–¼

Gedrukte bronnen
-Maarten Aleva, ‘Waanzin aan het hof. De politieke consequenties van de gekte van Willem V en Hendrik VI‘, Historisch Tijdschrift Skript 36.3 (2015) 160-171.
-Marinus J. Waale, De Arkelse oorlog, 1401-1412: een politieke, krijgskundige en economische analyse (Hilversum: Verloren, 1990).
-Lodewijk Mulder – Eerste onderricht in de vaderlandsche geschiedenis (1878)
-Louis Sicking, ‘Opstand in Holland en Vlaanderen. De Jonker Fransenoorlog (1488-1490) in transregionaal perspectief‘ in: Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden (BMGN) jrg 133, vol. 4 (2018) p.28-56.

Internet
-https://geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/hoeken-en-kabeljauwen-strijden-om-de-macht
-https://www.zeeuwseankers.nl/verhaal/hoeken-en-kabeljauwen-in-zeeland
-https://debongard.nl/wp-content/uploads/PDF/2008%20jaargang%2020%20no%203.pdf”
-https://onzetaal.nl/taaladvies/het-gaat-er-hoeks-en-kabeljauws-aan-toe/
-http://www.historien.nl/de-hoekse-en-kabeljauwse-twisten/ 
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Hoekse_en_Kabeljauwse_twisten
-https://www.ad.nl/delft/uitgehongerd-op-de-knieen-in-middeleeuwse-burgeroorlog~a2d669bd/
-https://benvl.infoteur.nl/specials/hoeken-en-kabeljauwen.html
-https://www.wikizero.com/nl/Slag_bij_Hoorn
-https://www.hetkontakt.nl/reader/36311/99620/geschiedenis-altena-komt-tot-leven-zwaardgekletter-en-kanongebulder-als-welkom
-https://www.bmgn-lchr.nl/articles/10.18352/bmgn-lchr.10366/
-https://www.haagsetijden.nl/stamboom/de-graven-van-holland-1203-1581/willem-v-1333-1389

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×