In het noordoosten van Brazilië ontvouwde zich in de eerste helft van de twintigste eeuw een fascinerend epos. De hoofdrolspelers waren de cangaceiros, legendarische struikrovers die rondzwierven in het dorre binnenland, de sertão.
Oost probeerde West bij te houden. En naarmate de jaren vorderden, de planeconomie haperde en de technologische voorsprong van het Westen groeide, raakte Oost in ademnood.