De Vroegmoderne Tijd (ca. 1450-1800) is een specifiek door historici vastgesteld tijdvak dat ook wel eens aangeduid wordt als de Nieuwe Tijd of als ancien régime. Deze historische periode begon omstreeks het einde van de Middeleeuwen en duurde tot de moderne tijd, die rond 1800 begon.
Periodisering van de Vroegmoderne Tijd
Begin van de Vroegmoderne Tijd
Over het beginmoment van wat historici de Vroegmoderne Tijd, Nieuwe Tijd of het ancien régime noemen, lopen de meningen en visies van geschiedkundigen flink uiteen. De meest genoemde startpunten zijn:
- 1330-1350 (beginfase van de Renaissance)
- ca. 1445-1450 (uitvinding van de boekdrukkunst door Gutenberg en de Val van Constantinopel in 1453)
- 1492 (Columbus bereikte de Bahama’s bij Amerika)
- 1517 (Maarten Luther bracht zijn 95 stellingen in de openbaarheid)
Een logische keuze als startpunt voor de Vroegmoderne Tijd lijkt mij het jaar 1450. De uitvinding van de boekdrukkunst stimuleerde de belangrijkste gebeurtenissen en ontwikkelingen van de Vroegmoderne Tijd (zie de opsomming onder het kopje “Kenmerken” hieronder), zoals de Renaissance, Reformatie en ontdekkingsreizen (herdruk van Grieks-Romeinse boeken, protestantse geschriften, wereldkaarten, reisverslagen en atlassen). Tegelijk leidde de Val van Constantinopel in 1453 tot het einde van het Oost-Romeinse Rijk ofwel Byzantijnse Rijk, het duurder worden van de handel over Aziatisch land (waardoor de ontdekkingsreizen gestimuleerd werden) en de import van wetenschappers en kennis in Italië vanuit het Oost-Romeinse Rijk waardoor de Renaissance weer een impuls kreeg.
Einde van de Vroegmoderne Tijd
Als eindpunt van de Vroegmoderne Tijd worden doorgaans diverse gebeurtenissen in de periode 1750-1850 genoemd. Wij kiezen in dit overzichtsartikel om enkele redenen voor 1800 als eindpunt. Op dat moment zorgden de Industriële Revolutie en de Franse Revolutie (1789) voor grote maatschappelijke, sociale en economische veranderingen die de moderne tijd inluidden. De standenmaatschappij en horigheid werden in West-Europa rond de Franse Revolutie afgeschaft, waardoor de standenmaatschappij plaats kon maken – met als extra motor de industrialisering – voor een klassenmaatschappij.
Door de vrijheden en mensenrechten die door de Franse Revolutie gemeengoed werden, kwam in Europa een proces van democratisering op gang en ontstonden er – na Napoleon Bonapartes ondergang in 1815 – allerlei moderne emancipatiebewegingen.
Kenmerken van de Vroegmoderne Tijd
Proto-globalisering als hoofdkenmerk
Historici zijn het erover eens dat het allerbelangrijkste kenmerk van de Vroegmoderne Tijd de globalisering was: er was in de periode van de Vroegmoderne Tijd sprake van een intensivering van internationale handelscontacten en een groeiende culturele uitwisseling. De Vroegmoderne Tijd wordt daarom ook wel de periode van proto-globalisering (Eng.: proto globalization) genoemd, omdat de ‘echte’, snelle globalisering zich pas na de Industriële Revolutie, vanaf ongeveer 1750, voltrok.
Typerend voor de globalisering waren in economisch opzicht fenomenen als het handelskapitalisme, mercantilisme en het kolonialisme, waardoor een vroege wereldeconomie ontstond. Maatschappelijk-sociaal gezien was de standensamenleving kenmerkend, met bovenaan de geestelijkheid en adel, en daaronder een grote massa boeren (vrije boeren en horigen), arbeiders of slaven die weinig tot niets te zeggen hadden.
Subkenmerken: de vijf RE’s
Los van globalisering als hoofdkenmerk, kunnen er vijf kenmerken onderscheiden worden die de Vroegmoderne Tijd typeren (met inbegrip van de Nederlandse geschiedenis). Als ezelsbruggetje begint elk kenmerkend trefwoord met ‘RE’:
- Renaissance: wedergeboorte van de Grieks-Romeinse cultuur & opkomst humanisme, vanaf ca. 1350.
- Reizen: ontdekkingsreizen van Europeanen – beginnend met de Portugezen – richting Amerika en Indië, vanaf ca. 1400.
- Reformatie: kerkhervorming & ontstaan van protestantse stromingen, vanaf ca.1517.
- Revolutie & 5. Republiek: tijdens de Opstand maakten de Nederlanden zich los van het Spaans-Habsburgse Rijk, tussen 1568 en 1581, en vormden daarna een Republiek (1588)
1.: Renaissance & humanisme
Een eerste kenmerk van de Vroegmoderne Tijd was de Renaissance ofwel het humanisme. In de literatuur, filosofie, muziek en beeldende kunsten vond, tussen circa 1350 en 1620, een sterke oriëntatie plaats op de klassieke oudheid. Verder kenmerkte de Renaissance – die geconcentreerd was in Noord-Italië in steden als Florence en Venetië en zich van daaruit verspreidde over Europa – zich door een focus op de mens als individueel en uniek wezen: het humanisme. De Renaissance en het humanisme stimuleerden de globalisering en gaven door de focus op de klassieke bronnen en geschriften uit de Grieks-Romeinse Tijd (het motto was ad fontes: ’terug naar de bronnen’) de Reformatie een impuls. Erasmus (1516) en Luther (1522/1534) publiceerden nieuwe >Bijbelvertalingen gebaseerd op de oude Grieks-Latijnse bronteksten. Het humanisme beklemtoonde tevens het belang van het individu, wat ook het protestantisme beïnvloedde (kern van de Reformatie was de directe relatie tussen God en het individu, zonder allerlei tussenstappen en tussenpersonen als de biecht, aflaat, geestelijken, heiligen, Maria, beelden of de paus).
2.: Reizen
Een belangrijke stimulans voor de vele ontdekkingsreizen die vanaf de vijftiende eeuw door eerst de Portugezen en Spanjaarden, en later de Engelsen, Nederlanders en Fransen werden uitgevoerd, was de Val van Constantinopel in 1453. Hierdoor werd de handel in luxe goederen en specerijen over land veel duurder. Het Ottomaanse Rijk dat Constantinopel had veroverd, kende namelijk veel tussenhandelaren. In de tweede plaats speelde een rol dat de Moren en Portugezen vanaf de dertiende eeuw een nieuwe en zeewaardig scheepstype hadden ontwikkeld, namelijk het karveel. Christoffel Columbus voer in 1492 met dit scheepstype naar Amerika. Een derde stimulans voor de ontdekkingsreizen vormden de Renaissance in Noord-Italië en de boekdrukkunst. Langs en rond de Middellandse Zee kwamen handelaren uit het Oosten en Westen samen, waardoor er veel geografische kennis in Zuid-Europese landen als Portugal, Spanje en Italië belandde via zeekaarten, atlassen en reisverslagen.
Met beroemde ontdekkingsreizigers als Marco Polo en Zheng He begonnen avonturiers en handelaren in de veertiende en vijftiende eeuw de internationale zeeën en oceanen over te steken. Uit een lijst van beroemde ontdekkingsreizigers kunnen tal van grote namen gehaald worden zoals Ferdinand Magalhães, Bartolomeu Dias, Columbus, Henry Hudson, Vasco da Gama, Willem Barentz of Abel Tasman.
Er werden door diverse landen handelscompagnieën handelscompagnieën opgezet om de in Indië en Amerika ontdekte grondstoffen te verhandelen. De bekendste voorbeelden van overzeese compagnieën waren de Britse East India Company (1600), de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC, 1602), de Nederlandse West-Indische Compagnie (WIC, 1621) en de Franse Compagnie d’Orient (1664). Via deze handelsondernemingen kwam een systeem van handelskapitalisme op gang, ontstonden er in de gekolonialiseerde gebieden handelsposten (factorijen), plantagekolonies en kwamen fenomenen tot ontwikkelingen als de Trans-Atlantische Driehoekshandel en de daarbij horende slavernij.
3.: Reformatie
De Reformatie staat ook wel bekend als de Hervorming en is een kerkhervorming die plaatsvond in vooral de zestiende eeuw. In de Rooms-Katholieke Kerk was sprake van tal van misstanden, zoals de aflaathandel, heiligenverering, de biecht, de centrale rol van de paus, simonie, nepotisme, de overdreven luxueuze levensstijl van de geestelijkheid en het niet werken van het celibaat. Dit leidde eerste tot allerlei vroomheidsbewegingen in de Late Middeleeuwen, gevolgd door een kerkscheuring in de zestiende-eeuw. Hierdoor ontstonden diverse protestantse stromingen, zoals het calvinisme (Johannes Calvijn), het lutheranisme (Maarten Luther) en allerlei doperse bewegingen. Andere bekende namen die aan de Reformatie verbonden waren zijn die van reformatoren als Huldrych Zwingli, Philip Melanchton, Martin Bucer, Heinrich Bullinger, Wolfgang Capito en John Knox.
De Rooms-Katholieke Kerk reageerde op de Reformatie via de inquisitie en het strakker omschrijven en aanpassen van de eigen leer. Deze beweging is bekend als de Contrareformatie, met als hoogtepunt het Concilie van Trente (1545-1563).
4. en 5.: Revolutie en Republiek
Een van de belangrijkste kenmerkende aspecten van de Vroegmoderne Tijd is wat de Nederlandse geschiedenis betreft de opstand ofwel revolutie tegen het Spaans-Habsburgse rijk, bekend als de Opstand of de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Deze opstand leidde in 1581 tot de Akte van Verlatinghe, waarbij de Nederlandse provincies gegroepeerd in de Unie van Utrecht (1579) afstand namen van Filips II als landheer en enkele jaren later de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588 stichtten).
Hiermee kenden de Nederlanden een in Europa behoorlijk unieke staatsvorm zonder vorst. Terwijl andere Europese landen en gebieden – denk aan Frankrijk, Engeland en delen van het Heilige Roomse Rijk – bestuurd werden door koningen, vorsten en/of keizers, kende de Nederlandse Republiek geen vorst maar werd ons land bestuurd door regenten. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat Willem van Oranje het staatshoofd van de opstandige gewesten zou worden, maar toen hij in 1584 vermoord werd door Baltasar Gerards vond men geen geschikte opvolger.
Zeer typerend voor deze fase uit de Nederlandse geschiedenis is in cultureel en economisch opzicht de Gouden Eeuw, een inmiddels discutabele term waarmee de Nederlandse zeventiende eeuw door historici wel wordt aangeduid. Schilders als Rembrandt van Rijn, Jan Steen, Bartholomeus van der Helst, Frans Hals, Adriaen van Ostade en vele andere schilders maakten met hun Hollands realisme (de Hollandse School) natuurgetrouwe schilderijen die wereldwijd beroemd zijn geworden. Ook economisch ging het de Republiek voor de wind, waar de Oostzeehandel (de moedernegotie), de VOC, de WIC, de florerende scheepvaart en de walvisvaart (via de Noordse Compagnie, 1614-1642) elk hun aandeel in hadden. Hoewel de Republiek dus in oorlog was met het Spaanse rijk, floreerde ons land in economisch-cultureel opzicht dus wel. Dit had vooral te maken de kracht van de Nederlandse vloot. Op zee waren de Nederlanders de baas, waarbij de ondergang van de Spaanse Armada in 1588 de Nederlanders ook goed uitkwam. Verder waren er in de Nederlanden tijdens de Tachtigjarige Oorlog vrij veel gebieden die relatief rustig waren, terwijl in andere landen in Europa hevige godsdienstoorlogen woedden.
Een andere factor van betekenis was de vlucht van Vlaamse handelaren, intellectuelen en kunstenaars naar de Nederlanden na de Val van Antwerpen in 1585. Het tolerante karakter van de Republiek speelde bij deze kennisimmigratie eveneens een rol, een verschijnsel dat zich herhaalde bij de komst van Joden naar Nederland (die ook veel handel en creativiteit meebrachten) en later de komst van de hugenoten uit Frankrijk. De Nederlanden waren relatief tolerant… en profiteerden daar optimaal van! En feitelijk moesten ze ook wel, als klein gebiedje aan de Noordzee. Ten slotte speelde deze gunstige ligging van de Nederlanden aan de Noordzee een rol bij de economische en culturele bloei in onze contreien.
In 1648 kwam er met de Vrede van Münster een einde aan de decennialange oorlog met Spanje. De Republiek der Verenigde Nederlanden bleef daarna nog eeuwenlang bestaan, met tweemaal een Stadhouderloos tijdperk (1650-1672 en 1702-1747), tot de Nederlanden tijdens de Bataafs-Franse Tijd (1795-1813) onder Lodewijk Napoleon een koninkrijk werden, om precies te zijn in 1806.
Tijdlijn met de belangrijkste gebeurtenissen uit de Vroegmoderne Tijd
Op basis van bovengenoemde 5 ‘Re’-kenmerken staan hieronder de belangrijkste historische gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de Vroegmoderne Tijd vermeld. Bij de selectie is rekening gehouden met het belang van de gebeurtenissen voor deze specifieke periode.
Periode | Gebeurtenis |
---|---|
1445-1450 | Uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg. |
1453 | Val van Constantinopel, waarmee een einde komt aan het Oost-Romeinse Rijk (Byzantijnse Rijk). |
1492 | Christoffel Columbus belandt op de Bahama’s (San Salvador noemt hij een van de eilanden) en op Cuba. |
1503 | Leonardo da Vinci schildert de Mona Lisa |
1517 | Maarten Luther maakt zijn 95 stellingen openbaar, waarna de Reformatie op gang komt. |
1521 | Rijksdag te Worms. Luther komt in de ban, wordt vogelvrij verklaard en vlucht naar de Wartburg. |
1545-1563 | Concilie van Trente, een belangrijk moment tijdens de katholieke Contrareformatie. |
1555 | Godsdienstvrede van Augsburg: Duitse vorsten in het Heilige Roomse Rijk mogen zelf bepalen welke religie in hun vorstendom erkend is (cuius regio, eius religio) |
1568 | Begin van de Opstand of Tachtigjarige Oorlog |
1581 | Plakkaat van Verlatinghe: de Spaanse koning Filips II werd door de Unie van Utrecht niet langer als landsheer erkent |
1584 | Moord op Willem van Oranje in Delft. Hierna worden de zeven gewesten die bij de Unie van Utrecht zijn aangesloten in 1588 een Republiek: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze Republiek had (via de Raad van State) ook gezag over de zogenoemde Generaliteitslanden |
1588 | Ondergang van de Spaanse Armada bij Engeland. |
1609 | Hugo de Groot – een rechtsgeleerde, schrijver en filosoof – brengt zijn werk Mare Liberum uit, waarin hij vrije handel op zee verdedigt; in hetzelfde jaar kopen Nederlandse handelslieden, die onder Henry Hudson Amerika hebben bereikt, in 1609 het gebied Manhattan (bij New York) van de indianen en stichtten daar de kolonie Nieuw-Nederland. |
1609-1612 | Twaalfjarig Bestand tussen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Spanje. |
1648 | De Opstand (Tachtigjarige Oorlog) komt ten einde met de Vrede van Münster. |
1789 | De Franse Revolutie breekt uit in juli. Al eerder, in 1779, was de lijfeigenschap (horigheid) in Frankrijk afgeschaft, gevolgd door de afschaffing in het Heilige Roomse Rijk in 1781. In augustus 1789 wordt de universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger uitgevaardigd. |
1795-1813 | Bataafs-Franse Tijd in de Nederlanden. Nederland wordt uiteindelijk in 1806 onder Lodewijk Napoleon van een Republiek een koninkrijk. |
De Reformatie: oorzaken, samenvatting, tijdlijn & gevolgen
De Industriële Revolutie: oorzaken, kenmerken en gevolgen
Boek: Een kennismaking met de geschiedenis van de Nieuwe Tijd – Maurits van Os
Bronnen ▼
Boeken en artikelen
-William Doyle (ed.), The Oxford Handbook of the Ancien Regime (Oxford University Press, 2012), p.111-356.
-Robert Palmer & Joel Colton, A History of the Modern World (13th edition; New York e.a., 2017) p.30-128.
-Maurits van Os, Een kennismaking met de geschiedenis van de nieuwe tijd (Bussum: Coutinho, 2003).
Geraadpleegde internetsites
-https://www.encyclopedia.com/international/encyclopedias-almanacs-transcripts-and-maps/early-modern-period
-https://www.britannica.com/topic/history-of-Europe/The-emergence-of-modern-Europe-1500-1648
-https://historiek.net/lijst-van-ontdekkingsreizigers/
-https://www.preceden.com/timelines/54033-1450-1750-early-modern-era
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Vroegmoderne_Tijd
-https://en.wikipedia.org/wiki/Early_modern_period
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_Europese_ontdekkingsreizen