Rob Duijkers had altijd geleden onder het gemis aan zijn heldhaftige vader Jan. Later blijkt dat die helemaal geen verzetsstrijder was maar op hoog niveau werkte voor nazi’s als Seyss-Inquart en Rauter.
De Amerikaan Benjamin Ferencz overleed afgelopen week op 103-jarige leeftijd. Na de Tweede Wereldoorlog was hij in Neurenberg hoofdaanklager tijdens het zogeheten Einsatzgruppen-tribunaal, dat in de media "de grootste moordzaak in de geschiedenis" werd genoemd.
Pas in 1987, toen mijn vader 65 werd, ben ik vrijuit over hem gaan vertellen. Vanaf toen kreeg hij zijn AOW en zijn pensioen, dus financieel zat hij veilig. Hij liep niet meer het risico alles te verliezen. Er viel een last van mijn schouders. Eindelijk kon ik dat grote geheim delen.
Tachtig jaar geleden, op 5 april 1943, bombardeerden 83 Amerikaanse vliegtuigen van op 7000 meter hoogte Mortsel. Hun doelwit was de Duitse Erla-vliegtuigfabriek, maar die werd slechts door enkele bommen getroffen. Het merendeel van de 600 explosieven viel op de omliggende woonwijk en scholen.
Een groep van twaalf internationale studenten uit Canada, het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Duitsland heeft een digitaal magazine gemaakt over een Britse bommenwerper die in 1943 neerstortte en in 2008 werd gevonden in het Markermeer.
De rol van communisten in het verzet was onmiskenbaar en zeer intensief en deze betrokkenheid ging gepaard met enorme risico’s. De CPN profiteerde in de na--oorlogse jaren van de heldhaftige verzetsdaden van haar leden. Deze populariteit was echter van zeer korte duur. Onder invloed van de Koude Oorlog werden communisten in razend tempo van verzetshelden gedegradeerd tot vijfde colonne.
Édouard en Lucienne Didier behoorden in de jaren 1920 en 1930 tot de top van de Brusselse elite. Ze waren actief in een beweging voor een verenigd Europa. Eerst zonder succes. Maar toen begonnen ook de nazi’s over de vloer te komen.
De succesvolle Duitse voetballer Otto Harder ging aan het eind van zijn sportcarrière op zoek naar een nieuw doel. Hij trad toe tot de NSDAP en werkte vervolgens als bewaker in verschillende concentratiekampen.
Het Atlantikwall-Museum Hoek van Holland heeft een fotoalbum van een Duitse soldaat weten te bemachtigen. Op één van de foto’s is de bunker te zien waarin het Atlantikwall-Museum tegenwoordig gevestigd is.
In de Tweede Wereldoorlog meldden zich ongeveer 10.000 Vlamingen als vrijwilliger voor het oostfront. De eerste vrijwilligers van het Vlaams Legioen kregen al snel teleurstellingen te verwerken.
De Belgische verpleegster Andrée De Jongh richtte tijdens de Tweede Wereldoorlog een verzetslijn op om militairen in veiligheid te brengen. De ontsnappingsroute kwam bekend te staan als Comète.
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL) zijn erin geslaagd de identiteit te achterhalen van een oorlogsslachtoffer. De betreffende man ligt al decennia in een anoniem graf.
De voormalige minister van Buitenlandse Zaken en diplomaat mr. Eelco N. van Kleffens koesterde in 1939 plannen om de Duitse regering omver te werpen door het definitief uitschakelen van Adolf Hitler.
In 1934 richtte NSB-leider Anton Mussert een uitgeverij op: NENASU, ofwel de Nederlandsche Nationaal-Socialistische Uitgeverij. De uitgeverij bracht naast de beruchte NSB-weekkrant 'Volk en Vaderland' ook boeken, brochures en lesmateriaal uit en legde Mussert geen windeieren.
In augustus 1943 besliste de regering in ballingschap dat er na het einde van de oorlog in Nederland bijzondere rechtspleging diende te komen, om hen die met de Duitsers hadden geheuld te berechten. Er zouden Tribunalen ingesteld worden voor lichte gevallen. Zij die anderen hadden verraden of vermoord, kwamen voor Bijzondere Gerechtshoven.
Tijdens de oorlog zaten er onderduikers in het stadion op slechts enkele meters afstand van de Duitse soldaten en hun officieren. Pas vele jaren later zijn hier beetje bij beetje steeds meer verhalen over naar buiten gekomen.
Op het enorme opleidingsinstituut Ordensburg Vogelsang, prachtig gelegen in de Duitse Eifel, moesten jonge mannen opgeleid worden tot nazi-leiders. Het belangrijkste vak dat ze hier kregen was ‘rassenkunde’.
Het museum van Kamp Westerbork brengt de komende tijd met een tentoonstelling een ode aan ‘kampfotograaf’ Rudolf Breslauer, die van 1942 tot 1944 gevangen zat in kamp Westerbork.
‘Hij schold bijna alle gevangenen uit voor simulanten, die volgens hem te lui waren om te werken. En dit terwijl ze soms ernstig ziek waren.’
Minder dan 10 procent blijkt de oorlog te hebben overleefd. Het contrast met het landelijke gemiddelde van 27-29 procent overlevenden is daarmee nog groter dan eerder werd gesteld.
Hoogleraar Duitslandstudies Paul Sars ontwikkelde met een team van studenten en docenten studiematerialen waarmee leerlingen zich verdiepen in de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.