België staat bekend om zijn talrijke biersoorten. Maar ook in de geschiedenis van de architectuur en in de kunst zelf is bier steeds een inspiratiebron geweest voor menig beeldhouwer, architect en kunstenaar.
Het hoeft geen betoog dat bier deel uitmaakt van onze oudste producten. De meeste historici zijn het erover eens dat al ongeveer 10.000 jaar geleden in Mesopotamië een soort gerstenat werd gebrouwd. De Soemeriërs kenden al een tiental types bier en later voegden de Babyloniërs er nog enkele tientallen aan toe. Ook de oude Egyptenaren kenden het geheim van het brouwen, in zoverre zelfs dat onder farao Ramses II de eerste staatsbrouwerijen werden opgericht.
De oude Galliërs kenden de ‘Cervoise’ en waren ook diegenen die de gebakken stenen potten vervingen door houten tonnen. De Romeinen op hun beurt mochten dan wel verzot zijn op wijn, ook bier werd door hen niet versmaad, voornamelijk in de noordelijke streken, waar de gerst beter gedijde dan de wijnrank. Hiervan getuigt een Gallo-Romeinse villa uit de derde eeuw in Belgisch Limburg waarin overblijfselen zijn gevonden van een brouwerij.
Na de val van het Romeinse Rijk nam de Kerk de controle over de bierproductie in handen. Tal van kloosteroorden leken zich in deze lucratieve handel te interesseren en legden zich op het brouwen van bier toe. Zo stelde in 768 Pepijn de Korte, vader van Karel de Grote, (zie artikel: Karel de Grote achterna) hopvelden ter beschikking van de abdij Saint-Denis in Parijs. Uit kronieken daterend van 822 blijkt dat ook de Sint-Pietersabdij te Corbie gebruik maakte van hop om bier te produceren op haar landerijen. De abdij van Lobbes eiste zelfs in 868 van haar boeren de levering van hop voor de betaling van hun ‘tienden’. 1
Tijdens de middeleeuwen kwamen er meer en meer brouwerijen. Bier was immers gezonder dan water omdat door de bereidingswijze bier geen ziektekiemen bevatte, dit in tegenstelling tot water dat vaak de oorzaak was van allerlei epidemieën.
Bier in Brussel en omgeving
Al vanaf de twaalfde en dertiende eeuw, toen de expansie van Brussel toenam en de economische groei zich meer en meer begon door te zetten, speelde bier een belangrijke rol in de maatschappij. Het is dan ook niet vreemd dat rond diezelfde periode, net zoals bij andere ambachten het geval was, de brouwers zich verenigden in een beroepsvereniging. Als patroonheilige kozen ze voor Arnold van Soissons, beter bekend als Sint-Arnoldus 2. Hij werd de patroonheilige van de bierbrouwers en herbergiers omdat hij in tijden van besmettelijke ziekten de mensen aanraadde bier te drinken in plaats van besmet water. Hij wordt als bisschop afgebeeld en heeft als attributen een biervat of –kruik aan zijn voeten en naast de bisschopsstaf een roerstok in zijn handen. Zijn feestdag is 8 juli.
In 1365 werd de Brusselse brouwersgilde officieel erkend en kon ze bogen op een goed uitgewerkte organisatie met een duidelijke hiërarchische structuur. Wie brouwer wenste te worden diende na betaling van een toetredingssom eerst leerling te worden. Pas na enkele jaren en het afleggen van diverse uiteenlopende proeven kon men de titel van meester-brouwer verwerven. In 1678 telde de Brusselse brouwersgilde een negentigtal meesters en stond ze daarmee zowat aan de top van haar macht en rijkdom.
Met de Franse revolutie werd deze macht echter gefnuikt en verdwenen de gilden en ambachtencoöperaties uit het straatbeeld. Daarnaast werden in dezelfde periode vele kloosters en abdijen gesloten, waardoor een eind kwam aan heel wat brouwersactiviteiten. Pas na de onafhankelijkheid van België konden opnieuw vrijelijk verenigingen ontstaan en was opnieuw sprake van enige heropbloei.
Zo waren er in België tegen het einde van de negentiende eeuw meer dan drieduizend officieel erkende brouwerijen, waaronder brouwerij Wielemans in Vorst3 die toen beschouwd werd als de grootste en modernste van Europa. Een andere bekende Brusselse brouwerij uit die periode, “De Grote Brouwerij van Koekelberg”, brouwde in 1886 het eerste bier met lage gisting.
Lang duurde dit nieuwe succesverhaal niet, want gedurende de Eerste Wereldoorlog werden tal van brouwerijen door de Duitse bezetter ontmanteld en werden de koperen gistingsketels in beslag genomen om deze om te smelten tot munitie en granaten. Na de oorlog is het aantal brouwerijen flink afgenomen. Tijdens de economische crisis van de jaren dertig werd de situatie er niet beter op en door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog loopt het aantal brouwerijen nog meer terug. Nadien werden heel wat artisanale (ambachtelijk) brouwerijen hetzij opgekocht door multinationals, hetzij gewoonweg weggeconcurreerd. De jongste jaren duiken echter opnieuw kleine regionaal gebonden brouwerijen op die gevarieerde producten op de markt brengen. Momenteel bestaan er in België ongeveer 250 brouwerijen, samen goed voor een gamma van ongeveer zevenhonderd verschillende types bier.
Lees ook het artikel over het Brouwershuis op de Grote Markt in Brussel
Bier in de kunst
Bier is reeds van oudsher een dankbare inspiratiebron geweest voor menig beeldende kunstenaar. Dit was al het geval voor de kleitabletten uit Mesopotamië en de Oud-Egyptische papyrusrollen die de eerste handelingen van het bierbrouwen laten zien. In de Oudheid dronk men het gerstenat uit rijkelijk versierde bekers waarvan er nog veel bewaard zijn. De pottenbakkers gebruikten op hun beurt klei en aarde om kruiken te vervaardigen.
Bij de Galliërs waren het de beeldhouwers en keramisten die ons met hun werk een inzage gaven in hun biercultuur. Vanaf de middeleeuwen waren het onder meer de houtbewerkers die met de fabricage van kunstig uitgesneden houten bekers het bierritueel vastlegden. In de zeventiende eeuw werden deze bekers langzamerhand vervangen door tinnen bekers, versierd met gravures en voorzien van een deksel. Pas enkele eeuwen later, in de negentiende eeuw verving het glas deze drinkbekers.
Ook bij heel wat schilders werkte bier inspirerend in hun werken. Ze allen een plaats geven die ze verdienen is in de samenhang van dit artikel vrijwel onmogelijk, maar ongetwijfeld was Pieter Brueghel de Oude4 met zijn boerenfeesten vrijwel zeker de bekendste. Zo zet hij in zijn schilderij “De Boerenbruiloft”5 een waarheidsgetrouw beeld neer van het boerenleven waarbij links op de voorgrond een man getooid in een donker pak kwistig bier schenkt uit een enorme kruik.
Ook David Teniers de Jonge6 blonk uit in het schilderen van het boerenleven. In zijn schilderij “Vlaamse Kermis”, te zien in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel, vloeit ook het bier rijkelijk.
Een andere schilder die niet schuwde om wijn en bier in zijn schilderijen te verwerken is Jacob Jordaens7. Zijn werk “De Koning drinkt” is een knap staaltje van expressie, waarbij ieder detail realistisch wordt weergegeven door gebruik te maken van een subtiel licht- en donkercontrast. Bijna centraal is een wijn drinkende koningsfiguur te zien, omgeven door een uitbundig feestvierende menigte. Op het schilderij zijn zowel volkse figuren met tinnen drinkbekers als uitbundige manspersonen met grote aarden bierkruiken afgebeeld.
Andere vermaarde schilders schuwden al evenmin het bier in hun werken. In “La servante de Bocks” schilderde Edouard Manet8 op zijn eigen typische wijze een dienster die grote bierpullen aanbrengt. Op een ander schilderij van hem “Le bon Bock”, zien we centraal een pijprokende man afgebeeld, zittend aan een tafeltje met een glas bier in zijn handen waar nog net de restanten van een schuimkraag op te onderscheiden zijn.
In zijn blauwe periode, tussen 1901 en 1904, liet ook Pablo Picasso9 zich verleiden om bier als thema te gebruiken in één van zijn werken, namelijk: “Het portret van Jamie Sabartes”, ook wel eens aangeduid onder de titel “Het bierglas” waarop we een voor zich uit starende jongeling zien, zittend aan een tafeltje met een enorme bierpul voor zich.
Lees ook: Monniken en meesterbrouwers
…en: 1949: “Drink eens wat meer bier!”
Boek: Alle Belgische Bieren
2 – Een mooi beeld van Sint-Arnoldus is te bewonderen in de St-Sulpitiuskerk te Diest.
3 – De brouwerij aan de Volxemlaan te Vorst, eigendom van de familie Wielemans-Ceuppens, sloot definitief haar deuren in 1989. Het gebouw dat jarenlang leeg bleef staan is een pareltje van de Brusselse industriële architectuur. Momenteel is er een centrum voor hedendaagse kunst gevestigd (Wiel’s), waardoor de brouwerij als het ware een nieuwe start heeft genomen.
4 – Pieter Brueghel de Oude (circa 1520-1569) was een leerling van Pieter Coecke van Aelst, wiens dochter Mayke(n) hij later huwde. Naast gravures en prenten ontpopte hij zich op latere leeftijd voornamelijk tot landschapsschilder. Hij ligt begraven in één van de laterale kapellen van de Kapellekerk te Brussel.
5 – Het schilderij “De Boerenbruiloft” bevindt zich momenteel in het Kunsthistorisch Museum van Wenen.
6 – David Teniers de Jonge (1610-1690) ging in de leer bij zijn vader en huwde in 1637 Anna, de dochter van Jan Brueghel de Oude. Later werd hij de hofschilder van Don Juan van Oostenrijk.
7 – Jacob Jordaens (1593-1678) was net als Pieter Paul Rubens een leerling van Adam van Noort, wiens dochter hij later huwde. Naast portretten schilderde hij voornamelijk grote historie- en genrestukken.
8 – Edouard Manet (1832-1883) was een befaamde franse kunstschilder wiens talrijke werken vaak het midden houden tussen het realisme en het impressionisme.
9 – Pablo Picasso (1881-1973) was een Spaanse kunstschilder, beeldhouwer, grafisch kunstenaar en keramist. Tot zijn bekendste werken behoren ‘Guernica’ en ‘Les Demoiselles d’Avignon’. Algemeen wordt erkend dat Picasso samen met Georges Bracke de grondleggers vormden van het kubisme.
Oorspronkelijk gepubliceerd op 5 mei 2010