De Kruistochten vormen boeiende gebeurtenissen uit de tijd van de Middeleeuwen, waarbij christenen en moslims onderling streden om de hegemonie in het Midden-Oosten, specifiek Jeruzalem. Berucht zijn onder meer de confrontaties tussen Saladin en Richard Leeuwenhart. In de periode 1095-1291 werden in totaal acht – sommige historici noemen er negen – kruistochten georganiseerd. Minder bekend zijn kruistochten die in Europa zelf plaatsvonden, onder meer tegen de katharen, Joden, een omstreden ‘kinderkruistocht’ en kruistochten naar Noord-Duitsland en de tegenwoordige Baltische staten.
Het verhaal van de acht kruistochten naar het Midden-Oosten nam een aanvang op 27 november 1095, toen paus Urbanus II (ca.1035-1099) een fel anti-islamitisch betoog hield in Clermont, een plaats in midden-Frankrijk. Urbanus stelde onder meer:
De islamieten hebben de altaren besmeurd met bloed dat ze in de doopvonten lieten vloeien. Ze hebben de christenen besneden en hen gegeseld en gemarteld, voordat ze hen doodden.
Urbanus riep zijn toehoorders op wraak te nemen en naar het Heilige Land te trekken om Jeruzalem te bevrijden van de ‘barbaren’. De Byzantijnse keizer had de paus al diverse keren om hulp gevraagd, omdat hij vreesde dat de barbaren Constantinopel zouden aanvallen. Sinds 1071 leden de Byzantijnen namelijk voortdurend verliezen tegen de Turkse troepen. Voor veel deelnemers was de doorslag, dat paus Urbanus II mensen die wilden deelnemen de ultieme rooms-katholieke beloning beloofde: een indrukwekkende aflaat, die alle zonden vergaf en garantie bood op het eeuwige leven.
Achtergrond: motieven en oorzaken van de kruistochten
De kruistochten hadden echter meer oorzaken dan de bovengenoemde factoren. Zowel bij de organisatoren (meestal pausen, maar ook wereldlijke vorsten) als bij de deelnemers (personen van adel, zoals graven en hertogen, maar ook boeren en arme mensen) speelden uiteenlopende motieven een rol. De belangrijkste stimulerende factoren van de kruistochten waren, overigens niet per se op volgorde van belangrijkheid:
- De algehele crisis van het christendom in de elfde eeuw. De christelijke kerk was sinds 1054, toen zich het Oosters Schisma voltrok, verdeeld tussen Oost en West. Ook lag de geestelijkheid voortdurend overhoop met het wereldlijke gezag van de koningen en keizers van het Heilige Roomse Rijk. Met name de vraag wie bisschoppen mocht benoemen – de paus of de keizer – was een voortdurend twistpunt, ook wel de Investituurstrijd (1066-1122) genoemd. Meerdere pausen hoopten dat de kruistochten tot christelijke verbroedering zouden leiden. Op zijn minst leidden de kruistochten af van de interne christelijke problemen in Europa en Azië.
- In de tiende eeuw kwam er een einde aan allerlei invasies, zoals die van Vikingen, Moren en Hunnen. Hierdoor ontstonden er mogelijkheden voor een Europese expansiebeweging.
- Een belangrijke oorzakelijke factor was de christelijke wens om Jeruzalem, zowel voor de islam als het christendom een heilige stad, te bevrijden van islamieten. Onder de Seltsjoeken, die vanaf 1017 het Abbassinische Rijk opslokten, werd het voor christelijke pelgrims steeds moeilijker, soms onmogelijk, om naar Jeruzalem en andere steden te gaan.
- De smeekbedes van de Byzantijnse keizer vanaf de jaren 1070, om militaire steun tegen de Turkse islamieten, speelden een belangrijke rol.
- De motieven van de deelnemers liepen uiteen. Cruciaal was in elk geval Urbanus’ belofte in november 1095: een algehele aflaat voor degenen die deel zouden nemen aan de tocht naar Jeruzalem. Dit sprak velen aan. Verder hadden religieuze motieven invloed: kruistochten als opdracht van God: Deus lo vult (‘God wil het’) en een verlangen om de kerk van Oost en West te herenigen. Eigen land bemachtigen was ook een motief van kruisvaarders, verder machtsuitbreiding, het verwerven van sociaal aanzien (met name onder adel en geestelijkheid) en een verlangen naar avontuur.
Eerste Kruistocht (1095-1099)
Met de eerste kruistocht begon een periode van religieus fanatisme en extreem geweld tussen wat historicus Thomas Asbridge in zijn standaardwerk De kruistochten (2010) ‘middeleeuwse ridders’ en ‘jihadstrijders’ noemt. De eerste groep christenen van circa 80.000 mannen, vrouwen en kinderen – mogelijk betrof het zelfs meer dan 100.000 personen, onder wie veel ridders en edelen – vertrok in 1096 in meerdere groepen naar het Heilige Land. Ze legden een haast suïcidale tocht van liefst 4000 kilometer af. Deze eerste bedevaart, die eerst ook door het Rijnland voerde waar pogroms tegen Joden plaatsvonden, duurde drie jaar en was doordrenkt van ontberingen als honger, dorst en tal van zinloze moordpartijen. Niet meer dan 10 procent van de kruisvaarders, ongeveer 10.000 personen, bereikte in 1099 de muren van Jeruzalem. De anderen waren omgekomen, teruggekeerd, als slaaf verkocht of hadden zich ergens gevestigd.
Toch was de Eerste Kruistocht territoriaal gezien een succes voor het christendom. De kruisvaarders stichtten uiteindelijk vier staten: het koninkrijk Jeruzalem en de vorstendommen Tripoli, Edessa en Antiochië. Qua oppervlakte betrof het een gebied dat ongeveer zo groot was als de tegenwoordige landen Israël en Libanon.
Belangrijke leiders tijdens de Eerste Kruistocht waren onder meer de monnik Peter de Kluizenaar (1050-1115) – die boerentroepen aanspoorde en wiens groep dood en verderf zaaide (en in Servië talloze vrouwen verkrachtte) -, de hertog Godfried van Bouillon (1060-1100), graaf Robrecht II van Vlaanderen (ca.1065-1111) en dappere maar ietwat onbezonnen hertog Robert Curthose (ca.1054-1134), de oudste zoon van Willem de Veroveraar (ca.1028-1087).
In 1187 werden de christelijke legers in Palestina echter verslagen door Saladin (1137/38-1193), de Koerdische vorst en legerleider in Egypte en Syrië. Hierna werden nog wel diverse kruistochten georganiseerd, maar geen enkele kruistocht resulteerde in een blijvende herovering van Jeruzalem. Of, zoals het Historisch Nieuwsblad in 2005 schreef:
Nooit zouden de kruisvaarders het succes van de Eerste Kruistocht herhalen. Jeruzalem viel pas weer in christelijke handen toen de Engelse generaal Edmund Allenby de stad in 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog, veroverde op de Turken.
Tweede t/m Achtste Kruistocht (1147-1291)
Zoals vermeld evenaarden de kruisvaarders nooit meer het succes van de Eerste Kruistocht. In 1187, enkele decennia na de Tweede Kruistocht (1147–1149), veroverde Saladin Jeruzalem en het Heilige Land. Toen machthebbers in Europa hoorden van de successen van Saladin, begon de Derde Kruistocht, die duurde van 1189-1192. Deze tocht werd geleid door Engelse koning Richard Leeuwenhart (1157-1199), keizer van het Heilige Roomse Rijk Frederik Barbarossa (1122-1190) en Filips II (1165-1223), de koning van Frankrijk. Deze kruistocht was voor de christenen weinig succesvol, want het lukte ze niet Jeruzalem te heroveren.
De Vierde Kruistocht (1202–1204) en Vijfde Kruistocht (1213-1221) volgden na oproepen van paus Innocentius III (1160/61-1216). Beide tochten liepen op een faliekante mislukking uit. De keizer van het Heilige Roomse Rijk Frederik II (1194-1250) was de leider van de Zesde Kruistocht (1228–1229). Hij bedreef slimme diplomatie en wist via onderhandelingen met de sultan van Egypte de steden Jeruzalem, Bethlehem en Nazareth in christelijke handen te krijgen. Maar de verdeeldheid onder de christenen eiste zijn tol. De ietwat ongezellige paus Gregorius IX (1170-1241) – bekend van de heksenbul ‘De stem in de kikker‘ (1233) – was niet blij met de diplomatie van Frederik II en deed hem in de ban. En in 1244 waren de christenen Jeruzalem echter alweer kwijt. Hierna volgende een Zevende Kruistocht (1248–1254), die de christenen evenals de Achtste Kruistocht (1270-1271) niks opleverde.
De val van Akko als laatste kruisvaarderstad, in 1291, wordt doorgaans beschouwd als het einde van de tijd van de kruistochten.
Andere bijzondere kruistochten uit de Middeleeuwen
In de Middeleeuwen was er sprake van nog meer soorten kruistochten, ook op het Europese vasteland. Een klein overzicht andere bekende kruistochten:
- Sommige historici bestempelen de Reconquista (1063-1492), de herovering van het Spaanse schiereiland op de islamitische Moren, ook als een serie kruistochten.
- De Noordelijke Kruistochten, ook wel Baltische Kruistochten genoemd, vonden plaats tussen ca.1147 en 1295. Het startschot van deze reeks kruistochten was de Wendische Kruistocht in 1147. Het doel van de Noordelijke Kruistochten was om Esten, Letten, Lijven en het noorden van het huidige Duitsland te bekeren tot het katholicisme.
- Beroemd is de zogeheten Kinderkruistocht uit 1212. Dit is een omstreden benaming, omdat er naar alle waarschijnlijkheid voornamelijk boeren en geen kinderen meeliepen. De term pueri die voor deze kruistocht gebruikt werd, is zeer vermoedelijk verkeerd vertaald. Dit begrip kan zowel ‘kinderen’ als ‘boeren’ betekenen.
- Drie Albigenzische Kruistochten (1209-1244). Dit betrof een drietal raids of heksenjachten tegen de Albigenzen cq. katharen, vanaf 1209. Deze begonnen na een oproep van paus Innocentius III om de katharen, met name in Zuid-Frankrijk, aan te pakken. Ook veel Joden werden slachtoffer van deze christelijke strooptochten.
Enkele gevolgen van de Kruistochten
De kruistochten hebben grote maatschappelijke gevolgen gehad op Europa. Enkele belangrijke historische gevolgen van de kruistochten, op korte en lange termijn, waren:
- Architectonisch – ideeën uit de bouwkunst in het Nabije Oosten en Midden-Oosten werden meegenomen naar Europa. Hierdoor veranderde de architectuur. Voortaan werden er vaker dierenfiguren in gebouwen gebruikt en ook de gotiek heeft meerdere Oosterse kenmerken. Zoals de enorme kathedralen die tijdens de gotiek in met name Frankrijk tot stand kwamen. Ook de oosterse aardewerk-techniek werd meegenomen, die zich kenmerkte door de techniek van glazuren en door decoratieve vormgeving. Verder is de windmolen een Oosterse uitvinding die na de kruistochten in Europa (zij het pas later) geïntroduceerd werd.
- Wetenschappelijk – De kruisvaarders namen uit het Midden-Oosten veel nieuwe medische kennis mee. Zoals het fenomeen ziekenhuis, maar ook Arabische vertalingen van medische handboeken van onder meer Galenus en Hippocrates. Van groot belang was ook de vertaling van De Categorieën van Aristoteles, door Hunayn ibn-Ishaq (809-873), en de Canon van de Geneeskunde van de islamitische geleerde Avicenna (980-1035). Met name in Italië kwamen veel werken uit de Oudheid terecht, van zowel Griekse, Latijnse als islamitische wetenschappers. Keizer Frederik II (1194-1250) liet veel binnengekomen Arabische werken vertalen aan zijn hof. De opgedane kennis en wetenschappelijke ideeën uit het Midden-Oosten vormden een belangrijke input voor de Renaissance. De nieuwe geografische kennis die via de Kruistochten meekwam hielp later bij de ontdekkingsreizen naar Azië van onder meer Marco Polo (1254-1324) en de Engelsman John Mandeville (1300-1371).
- Economisch – De impact van de kruistochten op de economie valt nauwelijks te onderschatten. Ze stimuleerden in Italië de scheepsbouw en de handel in het Middellandse Zeegebied in bijvoorbeeld specerijen, ivoor, zijde, suiker, parels, geurtjes en tapijten. Het fenomeen sofa, een lekker zittende bank, kwam ook via de kruisvaarders naar Europa.
- Politiek – Door de kruistochten stierven naar schatten 2 miljoen tot 6 miljoen christenen uit Europa. Ze waren voor een groot deel afkomstig uit de aristocratie en adel. Veel hertogen, graven, edelmannen en ridders keerden niet terug. Hun landgoederen en gebieden vervielen aan de kerk (daarover straks meer) of aan de kroon. Dit verzwakte het feodale stelsel of leenstelsel en stimuleerde de beginnende staatsvorming en de vorming en opkomst van steden.
- Gastronomisch – De kruisvaarders namen uit het Midden-Oosten nieuwe voedselproducten mee, zoals suiker, groenten (spinazie en sla) en allerlei kruiden.
- Cultureel – Er belandden Arabische woorden in het Nederlands, zoals suiker en gaas, en ook in andere Europese talen. Maar ook veranderde de riddermentaliteit na de kruistochten. Het contact met de oosterse beschavingen polijstte en verfijnde hun grove omgangsmanieren. Rauwe krijgsliederen maakten plaats voor dichterlijke zang en ridderlijkheid. Hoofse liefde en romantiek in de dichtkunst maakten een opgang.
- Religieus – Door de kruistochten nam de macht van de Rooms-Katholieke Kerk en de paus aanzienlijk toe. Ze kregen enorm veel grond en bezit in handen, doordat de honderdduizenden kruisvaarders voor hun vertrek vaak grond en bezit weggaven aan de kerk of die tegen spotprijzen verkochten. De Roomse Kerk werd zodoende stinkend rijk. Verder namen de kruisvaarders talloze relikwieën mee uit het Midden-Oosten, waardoor de handel in heilige relieken in Europa enorm toenam. Ook zorgden de kruistochten ervoor dat het systeem van aflaten een impuls kreeg. Als je op kruistocht of pelgrimage ging, kreeg je immers regelmatig een ‘gratis’ aflaat. En na de kruistochten moest je er ‘gewoon’ voor betalen…
De Kinderkruistocht van 1212
Boek: Op, op, ten strijde, Jeruzalem bevrijden!
Bronnen ▼
*Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers, Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van middeleeuws Europa (Amsterdam: Bert Bakker, 2016) 304-325.
*http://www.history.com/topics/crusades
*https://www.britannica.com/event/Crusades
*https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/6693/de-kruistochten.html
*https://historiek.net/tocht-nieuw-licht-kruistochten/37024/
*http://www.vilters-vanhemel.be/belgie_middeleeuwen_kruistochten_hfst5.html
*http://www.lordsandladies.org/effects-of-crusades.htm
*https://www.academia.edu/2033508/De_kruistochten_en_de_verspreiding_van_Arabische_geneeskundige_kennis_in_de_12de_en_13de_eeuw