Migratiegolf overvalt West-Europa – in 1685

7 minuten leestijd
Emigratie van de Hugenoten, 1566 - Jan Antoon Neuhuys (ca. 1891)
Emigratie van de Hugenoten, 1566 - Jan Antoon Neuhuys (ca. 1891)

De geschiedenis herhaalt zich zelden, maar toch zijn er soms opvallende parallellen. Dat blijkt uit een passage in deel 5 van ‘Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen’ (2006) waarin de sociaal-geograaf drs. Jan Buisman de weergeschiedenis van Nederland tussen 1675 en 1750 behandelt. In 1685, nu 330 jaar geleden, veroorzaakte de Franse koning Lodewijk XIV een emigratiegolf waardoor 200.000 Hugenoten West-Europa overspoelden.

Lodewijk XIV
Lodewijk XIV
Ik kwam de passage heel toevallig tegen, bij het doorbladeren van het boek; onderdeel van een reeks over de weergeschiedenis van Nederland, die intussen tot deel 6 (2015) is gevorderd (tot 1800). Ik was niet eens op zoek naar het weer in een bepaalde periode.

Weersomstandigheden ontbreken trouwens in de betreffende passage. Het is een samenvatting van het veel ingewikkelder verhaal dat in dikke geschiedenisboeken terug is te vinden; een voetnoot verwijst naar vier historische werken. Buisman ‘illustreert’ zijn weergeschiedenis met algemene voorbeelden uit het dagelijks leven van de gewone man (of vrouw), of dat nou mislukte oogsten zijn door zware regenval of verzengende hitte of, in dit geval, de confrontatie met een ’tsunami van Hugenoten’.

Aanleiding voor de migratiegolf was het besluit van Lodewijk XIV op 17 oktober 1685 om het Edict van Nantes te herroepen. Dat was in 1598 uitgevaardigd door de Franse koning Hendrik IV om een einde te maken aan godsdienstige twisten in Frankrijk. De hugenoten (protestanten) kregen onder meer rechten op uitoefening van hun geloof. Maar nu werd het Edict door de Zonnekoning herroepen met het Edict van Fontainebleau, dat een eind moest maken aan de invloed van de door Franse katholieken intussen gehate Hugenoten.

Gefolterd door kiespijn

Volgens Buisman was het ‘niet Lodewijks opzet om de Hugenoten het land uit te werken’. Op wegvluchten stond bovendien een boete. Maar het leven wordt hen zo moeilijk gemaakt dat er ca. 200.000 [andere bronnen: 400- of zelfs 600.000] uitwijken. De verontwaardiging in de buurlanden is groot, maar de protesten (ook van de paus) deren Lodewijk niet..

Buisman voegt daar nog een detail aan toe dat de geschiedenisboeken niet heeft gehaald, maar dat ongetwijfeld wel te vinden is in de gossipliteratuur over het brisante leven van de Zonnekoning: Lodewijk XIV wordt gefolterd door pijn. Bij het trekken van kiezen is zijn gehemelte vernield. Wijn en voedsel komen hem letterlijk de neus uit. Hij kan geen mededogen opbrengen met de Hugenoten.

Voor de Nederlandse (protestantse) prins Willem III, een geharnast politiek tegenstander van Lodewijk XIV, was het herroepen van het Edict van Nantes een goede gelegenheid om de tegenstanders van de Franse koning bij elkaar te brengen. Ze kregen gezelschap van de keurvorst van Brandenburg, die al enkele jaren tot Lodewijks bondgenoten mocht worden gerekend, maar voor wie hij nu veel te ver was gegaan.

Edict van Nantes
Het Edict van Nantes; het document waarop de Franse koning Hendrik IV in 1598 de godsdienstvrijheid voor de Hugenoten bekrachtigde.

Economische impuls

De uittocht uit Frankrijk en tegelijk de onverwachte invasie van Hugenoten in andere landen van West-Europa kreeg volgens Buisman grote economische gevolgen.

“Daar veel Hugenoten goede vaklieden zijn en nuttige relaties hebben, is de uittocht nadelig voor de Franse economie en profijtelijk voor die van Nederland, Zwitserland, Engeland en het Duitse Rijk (vooral de Pfalz) waar velen zich vestigen.”

In een uitvoerig artikel verhaalde Rebekah Ahrendt van Festival Oude Muziek op 29 augustus in Historiek over de impact van de Hugenoten op het culturele leven in Europa.

Immigatieland

Vluchtwegen van de Hugenoten (http://hugenoten.emjee.nl/oorsprong.htm)
Vluchtwegen van de Hugenoten (http://hugenoten.emjee.nl/oorsprong.htm)
Volgens Buisman waren de noordelijke Nederlanden al vanouds een immigratieland.

“In 1600 vormden de calvinistische Brabanders en Vlamingen ca. 10 procent van de bevolking boven de grote rivieren. In de Hollandse steden drukten zij door hun aantal (soms ruim de helft) en motivatie een zwaar stempel op het religieuze en economische leven. Lange tijd waren zij uit de politiek geweerd, maar bij de omwenteling van 1618 kregen zij grote invloed, met name in Holland en Utrecht.”

Volgens Buisman bereikte een tweede golf van immigranten de Lage Landen in de Dertigjarige Oorlog (1618-1648), vanuit Westfalen. En nu, een eeuw na de eerste, beleeft men [met de intocht van Hugenoten] een derde immigratiegolf..

“Opnieuw worden Waalse (calvinistische) gemeenten gesticht. Het verschil is dat de voertaal nu Frans is. Men herkent hen aan hun Franse familienamen. Deze ‘réfugé’s’ vestigen zich waar al Waalse gemeenten zijn (Hulst, Nijmegen, Maastricht, etc.), maar het merendeel van de 30.000 à 40.000 trekt verder het land in, naar Amsterdam (ruim 5000), Den Haag (2750), Rotterdam, Haarlem, Leiden, Delft en Utrecht. De immigratie heeft kwantitatief weinig te betekenen (2 procent van de bevolking) maar is kwalitatief van groot belang. De immigranten zijn zeer welkom in verband met het naoorlogse herstel van handel en nijverheid.”

Volgens Buisman is in veel dorpen in de Noordelijke Nederlanden waar zich vluchtelingen vestigden tegen het jaar 1700 de aardappelcultuur ontstaan. Stadsbuurten met veel nieuwkomers waren in Den Haag de Nieuwe Uitleg en in Amsterdam de Jordaan, met zijn bloemennamen (jardin?). Hij spreekt tegen dat die naam door de Hugenoten is ontstaan; die bestond al veel langer. Lang voor 1685 noemden bijbelvaste Amsterdammers de Prinsengracht al de Jordaan..

Joodse immigratie

Nederland is daarna een immigrantenland gebleven, al waren er ook perioden dat landgenoten (Patriotten eind achttiende eeuw) de wijk namen naar het buitenland; zelfs werden gedeporteerd en vermoord (Joden in 1940-’45) of emigreerden naar vooral Canada, Australië en Nieuw-Zeeland (rond 1950). Wikipedia heeft een uitvoerig overzicht: Immigratie in Nederland.

In 1492 werd niet alleen Amerika ontdekt; ook werden de Spaanse en Portugese Joden (Sefardim) verdreven uit de landen waar ze al eeuwen eerder hun toevlucht hadden gezocht; de Inquisitie stelde ze voor de keus zich te bekeren tot het christendom of te vertrekken. Velen kwamen in Nederland terecht; in de zeventiende eeuw gevolgd door Hoogduitse Joden (Askenazim). Wikipedia tekent er bij aan:

“Ook in de achttiende en negentiende eeuw kwamen mensen naar Nederland, maar grote stromen deden zich niet voor. Economische vluchtelingen kende Nederland in die tijd niet of nauwelijks. Nederland behoort toen immers niet meer tot de rijkste landen van Europa. (…) De overheid bemoeide zich in die tijd ook nauwelijks met de immigratie.”

e eerste Nederlandse Grondwet, van de Bataafse Republiek in 1796, maakte duidelijk dat ‘Vreemdelingen’ hier welkom waren, mits zij ‘de weldaaden der vrijheid vreedzaam wenschen te genieten’. Veel Bataven waren ‘ervaringsdeskundigen’; Patriotten die voor stadhouder Willem V hadden moeten vluchten. Het Koninkrijk der Nederlanden schrapte die passage weer.
De eerste Nederlandse Grondwet, van de Bataafse Republiek in 1796, maakte duidelijk dat ‘gelukzoekers’ hier welkom waren, mits zij ‘de weldaaden der vrijheid vreedzaam wenschen te genieten’. Veel Bataven waren ‘ervaringsdeskundigen’; Patriotten die voor stadhouder Willem V hadden moeten vluchten. Het Koninkrijk der Nederlanden schrapte die passage weer.

Twintigste eeuw

De grote immigratiegolven volgden in de twintigste eeuw. Eén miljoen Belgen na de Duitse inval in 1914, waarvan er 100.000 tot het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918 bleven; de meesten gingen daarna naar huis. De stroom van Joodse vluchtelingen uit Duitsland na de afkondiging van de Neurenberger Rassenwetten van 1935, die de Joden alle burgerrechten ontnam, en vooral ook de Kristallnacht van 1938. Nederland zat er niet op te wachten, want het was crisis, de inflatie was torenhoog en er was grote werkloosheid. Toen de stroom niet te dempen was en er een opvangkamp moest komen mocht dat van koningin Wilhelmina niet in Ermelo, want te dichtbij Paleis Het Loo in Apeldoorn. Het kwam in Westerbork, gefinancierd door Nederlands Joden en het zou na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog als Durchgangslager gaan fungeren voor het afvoeren van meer dan 100.000 Joden naar de vernietigingskampen.

Aankomst van Molukkers
Aankomst van Molukkers
Toen het vrede werd ging Indië verloren en was rampspoed geboren voor 300.000 Nederlanders, Indo’s en Molukkers. Ze waren nauwelijks welkom. Nederland had te maken met verpaupering door de oorlog, een naoorlogse geboortegolf, een moeizame wederopbouw, grote woningnood en een hoge werkloosheid en moest nu ook nog ‘Indische Nederlanders’ aan een bestaan helpen.

De Molukkers, Ambonezen, hadden eerst dienst gedaan in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en veronderstelden gauw weer naar hun vaderland terug te kunnen keren. Ze werden onder meer opgevangen in de barakken van kamp Westerbork, dat voor de gelegenheid Schattenberg ging heten. Later leidden de volgens hen ‘verbroken beloften’ tot twee langdurige gijzelingen waarbij doden vielen en waarvan de laatste treinkaping met militair geweld werd beëindigd.

Nederland kampte met hoge werkloosheid, maar in landen als Canada, Australië en Nieuw-Zeeland waren Nederlandse werkkrachten van harte welkom. Geholpen door de spanningen van de Koude Oorlog leidde dat in de jaren vijftig tot de emigratie van 500.000 Nederlanders.

Gastarbeiders

Maar al gauw, maakt Wikipedia duidelijk, zorgden wederopbouw en de toenemende industrialisatie voor een toenemende vraag naar arbeidskrachten. De werkgevers haalden meest ongeschoolde ‘gastarbeiders’, met tijdelijke contracten, eerst uit Italië en Spanje; later uit Marokko en Turkije. De meeste mannen stuurden hun geld netjes naar huis, maar langzaam ging de politiek zich met hun lot bemoeien; soms erbarmelijke huisvesting bij huisjesmelkers, de arbeidsomstandigheden (uitbuiting), terwijl met name de christelijke partijen zich zorgen maakten over de verleidingen voor mannen alleen, ver van huis. Maar iedereen was het er over eens dat ze hun eigen identiteit – taal, religie, gewoonten – moesten behouden, want ze gingen toch weer terug; dus vooral niet integreren.

Dat uitgangspunt bleef bestaan toen, tegen de zin van de overheid, ‘gezinshereniging’ in zwang kwam. De sinds de jaren zestig snel veranderende ideeën over vrouwenemancipatie, huwelijk en gezin speelden ook een rol. Op overheid en bedrijfsleven werd een moreel beroep gedaan om de gezinnen van gastarbeiders over te laten komen; zij hadden de arbeiders immers eerst uitgenodigd. Steeds meer buitenlandse partners kwamen er voor in aanmerking:

“Voorheen mochten alleen mannen hun buitenlandse echtgenote en kinderen naar Nederland laten komen. Vanaf 1975 mochten vrouwen dat ook en vanaf 1979 mochten ze dat onder dezelfde voorwaarden als mannen. Vanaf 1973 kwamen niet alleen getrouwde, maar ook ongetrouwde en niet alleen heteroseksuele maar ook homoseksuele koppels voor gezinsmigratie in aanmerking.”

Surinamers

In de jaren zeventig kwam ook een omvangrijke groep immigranten uit Suriname, waarbij de dreigende onafhankelijkheid van de kolonie een doorslaggevende factor was.

“Surinamers hadden de indruk dat Nederland zijn deuren voorgoed voor hen zou sluiten. Dit deed velen besluiten van de ‘laatste mogelijkheid’ gebruik te maken, eerst vlak voor de onafhankelijkheid in 1975 en daarna vlak voor het aflopen van de overgangsregeling in 1980. (…) In totaal zouden 249.000 Surinamers emigreren naar Nederland.”

Niet-westerse allochtonen (incl. Indo’s) in Nederland in 2008 (Wikipedia)
Niet-westerse allochtonen (incl. Indo’s) in Nederland in 2008 (Wikipedia)
Daarvan zijn er volgens Wikipedia intussen 64.000 weer naar Suriname teruggekeerd, zodat er (in 1994) nog 185.000 resteerden. In 2008 woonden er ruim 335.000 Surinamers in Nederland en 476.000 in Suriname. Overigens leverden ook de Antillen immigratiecijfers op.

Multiculturele samenleving

Intussen is Nederland, of men het nou leuk vindt of niet, een multiculturele samenleving geworden. Volgens het Nationaal Kompas Volksgezondheid telde Nederland in 2013 16,8 miljoen inwoners.

In 2008 waren het er 16,4 miljoen. Volgens de Wikipedia-pagina hadden toen 3,2 miljoen inwoners een niet-Nederlandse achtergrond. Daarvan waren 1,45 miljoen afkomstig uit westerse landen (Europa, Noord-Amerika, Oceanië, Japan of Indonesië) terwijl er 1,7 miljoen uit niet-westerse landen kwamen. En ja, daar zitten moslims bij; geen tsunami van islamisering, maar tussen 1996 en 2008 een groei van 654.000 naar 825.000; vijf procent.

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×