De Duitse ingenieur Paul Nipkow wordt vaak gezien als de grondlegger van de televisie. Dit vanwege de in 1884 door hem ontwikkelde Nipkow-schijf die een mechanisch televisiesysteem mogelijk maakte.
De Deense uitvinder Valdemar Poulsen ontwikkelde in 1898 de allereerste magnetische bandrecorder, de telegrafoon. Enkele jaren later maakte de Deen ook het antwoordapparaat voor de telefoon. De telefoonbeantwoorder stelde bellers in staat een bericht achter te laten wanneer hun telefoontje niet werd beantwoord.
De eerste haardroger werd eind negentiende eeuw bedacht door de Franse kapper Alexandre-Ferdinand Godefroy. Het ging hier niet om een föhn maar om een verwarmde muts die over het hoofd kon worden geplaatst.
Het scheelde niet veel, of het merk Citroën had ‘Limoenman’ geheten. Hoe zit dit precies? Je leest het in deze korte geschiedenis van de naam en het logo van automerk Citroën.
De Amsterdamse onderwijzer Nico Broekhuysen bedacht in 1902 een nieuw spel: korfbal. Een jaar na zijn ontdekking richtte hij met enkele anderen de Nederlandsche Korfbal Bond op.
Wat een silhouet is, weet vrijwel iedereen. Veel minder bekend is dat het woord verwijst naar een voormalige Franse minister: Étienne de Silhouette (1709-1767).
De gebroeders Lumière (Auguste en Louis) legden eind 19e eeuw de basis voor de moderne filmindustrie. Dit dankzij hun uitvinding van de cinematograaf.
De Italiaanse humanist Leonardo da Vinci was een alleskunner. Da Vinci wordt beschouwd als het prototype van het renaissance-ideaal van de homo universalis.