Door de val van de Muur in 1989, nu 25 jaar geleden, werd het bereikbare Europese vakantiegebied aanzienlijk uitgebreid. Het hele Oostblok lag opeens onder handbereik voor een ontdekkingsreis.
Een willekeurige dag in Auschwitz. Toeristen poseren voor een foto onder de toegangspoort met de kreet “Arbeit macht frei”. Ze zijn gekomen om de overblijfselen te zien van het concentratie- en vernietigingskamp.
In concentratiekamp Treblinka kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog 900.000 mensen om het leven. De Pools-Joodse soldaat Samuel Willenberg kwam in 1942 in dit verschrikkelijke oord terecht, maar wist het kamp levend te verlaten tijdens de kampopstand in de zomer van 1943.
Een overtuigend pleidooi om zorgvuldiger om te gaan met de geschiedenis en recht te doen aan de Judenrampe, een locatie die niet minder symbolisch is voor het grote leed van Auschwitz dan de twee beruchte toegangspoorten.
Doodgewone mannen, zo noemde de Amerikaanse historicus Christopher Browning in zijn gelijknamige boek uit 1992 de leden van het Duitse Reserve-Polizei-Bataillon 101.
De 82-jarige schrijfster Stefanie Zweig groeide op in een gebied in het oosten van Duitsland dat na de Tweede Wereldoorlog aan Polen werd toegekend. In een tweedelige roman Het huis in de Rothschildstraat – waarvan het eerste deel nu en tweede in het najaar van 2014 verschijnt -, vertelt ze het aangrijpende verhaal van de Joodse textielhandelaar Johann Isidor Sternberg
Het was een verzetsdaad. Om te voorkomen dat zijn gierpont over de Rijn, tussen Driel en de Westerbouwing bij Oosterbeek, in Duitse handen zou vallen, kapte veerman Peter Hensen in de avond van 20 september 1944 de kabels.
“Er is een schaduw gevallen over het landschap dat nog zo kortgeleden door de geallieerde zege werd verlicht.” Deze woorden werden op 5 maart 1946 uitgesproken door Winston Churchill in wat bekend is komen te staan als zijn “IJzeren Gordijn”-rede.
In 1991 kreeg journalist Richard Schuurman de vraag waar de Poolse piloot Czeslaw Oberdak in 1944 was gebleven. Achttien jaar later pas kwam het definitieve antwoord. Een fascinerend verslag van bewonderenswaardig vasthoudende onderzoeksjournalistiek.
“Waren we allemaal… mensen?” Dat vraagt de Poolse cavaleriekapitein Witold Pilecki (1901-1946) zich af in zijn memoires over zijn gevangenschap in concentratiekamp Auschwitz. Hij bedoelt dan de grote verschillen tussen het leven van de kampgevangenen en dat van de vrije burgers buiten het kamp. Als hij op mooie lentedagen terugkeerde van zijn werk als dwangarbeider in een leerlooierij buiten het