Irma Laplasse werd kort na de bevrijding in 1944 wegens haar betrokkenheid bij de dood van zeven verzetsleden door een militaire rechtbank in Brugge ter dood veroordeeld. In Vlaams-nationalistische kringen werd haar terechtstelling beschouwd als het symbool van de naoorlogse repressie.
‘Mijn leven was een sprookje’, beaamde Marie Arconati-Visconti (1840-1923) zelf. Van Parijs volksmeisje tot rijke aristocratische weduwe, zo verliep het leven van Marie, de laatste markiezin van het kasteel van Gaasbeek bij Brussel.
Philipp Schmitt was de laatste oorlogsmisdadiger en tevens de enige Duitser die na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog in België ter dood werd veroordeeld en geëxecuteerd.
Hubert Van Eyck, de broer van schilder Jan Van Eyck, schepper van het Lam Gods in Gent, is problematisch als historisch figuur. Er zijn slechts enkele archiefgegevens over hem bewaard en nog is het niet zeker of steeds de broer van Jan Van Eyck is bedoeld.
De Nederlandse kunstenares Henriëtte Ronner-Knip (1821-1909) specialiseerde zich in romantische dierschilderingen. Vooral haar schilderijen van katten waren eind negentiende eeuw erg populair.
Zestig jaar nadat zijn vader de eerste Belgische poolexpeditie naar Antarctica ondernam, deed zijn zoon Gaston de Gerlache de expeditietocht met succes nog eens over.
Charles Auguste Fraikin's sculpturen zijn niet alleen in tal van binnen- en buitenlandse musea te zien, maar sieren ook in diverse steden van het land het straatbeeld.
Hoewel hij nooit een grote rol van betekenis heeft gehad in de geschiedenis van het land, kan hij toch beschouwd worden als de stamvader van alle Belgische koningen die na de dood van Leopold II over België regeerden.