Europa kraakt in al zijn voegen. Het Westen is omringd door brandhaarden. We worden geconfronteerd met conflicten van de lange adem: angstaanjagend terrorisme, religieus radicalisme, sektarisch geweld, grensoverschrijdende misdaad, cyberaanvallen en vluchtelingenstromen uit ineenstortende staten die aantonen dat de Europese Unie allerminst een eenheid is. Ook bij de strijd in het Midden-Oosten tegen IS en in andere brandhaarden raakt het Westen steeds meer betrokken. En toen de MH17 in 2014 juist boven afgescheiden gebied van Oekraïne werd neergeschoten, met 298 doden als gevolg, waaronder 193 Nederlanders, werden we nadrukkelijk betrokken bij de hybride oorlogvoering tegen het Westen die de Russische president Poetin al eerder in Moldavië en Georgië begon, omdat hij verlies van controle vreest over ‘zijn’ rafelranden in Europa.
‘In 2014 kwam de buitenwereld weer binnen in Nederland’, constateert historicus en politiek analist Ivo van de Wijdeven in zijn boek De rafelranden van Europa, over de geschiedenis van de Europese grenzen.
‘Tijdens de economische crisis waren de luiken gesloten en waren bezuinigingsmaatregelen het voornaamste onderwerp van gesprek. (…) In 2013 schreef het kabinet-Rutte al dat wat gebeurt aan de randen van de Europese Unie directe gevolgen heeft voor onze eigen veiligheid en onze economische belangen’. […] Het Ministerie van Buitenlandse Zaken spreekt inmiddels van een ‘ring van instabiliteit’ aan de grenzen van Europa, die zich uitstrekt van Oost-Europa en de Kaukasus tot het Midden-Oosten, en van de Hoorn van Afrika tot de Sahel in Afrika. In die ring van instabiliteit verkeren staten op de rand van (burger)oorlog – of daaroverheen. Het respect voor elkaars grenzen en de internationale rechtsorde is er vaak ver te zoeken.”
Daarom nam historicus Van de Wijdeven, politiek analist bij het Ministerie van Algemene Zaken, een sabbatical om uit te leggen waarom steeds vaker wordt gesproken over een terugkeer naar de Koude Oorlog, de negentiende eeuw of de Middeleeuwen zonder dat erg duidelijk wordt waaróm.
De historicus analyseerde de honderden grensverschuivingen die zich in de loop van de eeuwen op Europees grondgebied en aan de randen hebben voltrokken, die telkens resulteerden in veranderende machtsposities. Het is een aaneenschakeling van verhalen over minderheden die meerderheden werden en omgekeerd, waarin vervolgens duidelijk wordt dat macht corrumpeert.
‘De geschiedenis van Europa is een gewelddadige verzameling van oorlogen, conflicten, schisma’s, opstanden en revoluties. Vanaf de vroegste geschiedenis tot de Tweede Wereldoorlog is de ene na de andere breuklijn over het continent komen te liggen’.
Het waren repeterende breuken, totdat de Europese Unie ontstond, die nu krap vijfenzestig jaar oud is. Van de Wijdeven toont zich een overtuigd Europeaan. De Unie heeft volgens hem in die tijd ‘meer bijgedragen aan de vrede en welvaart in Europa dan welke andere constellatie in de geschiedenis van het Europese continent ook’.
Ontoereikende kaarten
Zijn boek begint met zeven Europese kaarten tijdens kenmerkende jaren (links leiden naar digitaal materiaal): de landkaart van het jaar 1000, na de Vrede van Westfalen (1648), na het Congres van Wenen (1815), voor de Eerste Wereldoorlog (1914), na het Verdrag van Lausanne aan het eind van de Grieks-Turkse oorlog van 1921-’22 (1923), tijdens de Koude Oorlog (1945-1989) met het IJzeren Gordijn, en een actuele landkaart van 2016 (Pinterest, taalkaart).
De afgedrukte kaarten zijn volstrekt ontoereikend als illustratie bij de inhoud van het boek. Daar is minstens een historische atlas bij nodig of, zoals in dit verhaal, het gebruik van gelukkig ruim voorhanden digitaal kaartenmateriaal.
De YouTube-animatie hierboven, over 5000 jaar veranderende grenzen in Europa, is vervaardigd door een Amerikaanse YouTube-er die de geschiedenis aan de hand van kaarten inzichtelijker wil maken. Hij is één van de betere producenten van historisch-geografische video’s.
In dit verhaal wordt herhaaldelijk verwezen naar digitaal animatie-materiaal; soms met links en af en toe met een aanklikbare video.
Vier hoofdstukken
Van de Wijdeven stelt bescheiden dat zijn boek ‘weinig nieuwe materie’ bevat. Inderdaad, maar in ‘de Rafelranden’ wordt de ontstaansgeschiedenis van alle grensconflicten beknopt, maar adequaat behandeld. Hoe kon Polen, ooit samen met Litouwen oppermachtig in Midden-Europa, tweemaal van de kaart verdwijnen? Waarom zijn de Turken zo trots op hun land? Waarom bevinden vrijwel alle landen in de Afrikaanse Sahel zich in staat van (burger)oorlog? Waarom is de Europese Unie volgens Van de Wijdeven te vergelijken met het Heilig Roomse Rijk, dat na meer dan achthonderd jaar aan verdeeldheid ten onder ging?
“De conflicten die we vandaag de dag zien hebben vaak wortels in het verleden. Europa grenst aan Rusland, Turkije, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, en dan zijn er nog vele binnengrenzen. Al deze grenzen zijn aan verandering onderhevig geweest. Sommige zijn dat nog steeds. De drijfveren van de spelers op het Europese toneel zijn vaak al eeuwenoud. Poetin, Erdogan en Assad – heren die vrijwel dagelijks in het nieuws zijn – staan in een veel langere traditie. Ver voor Poetin waren er de tsaren en het politburo; ver voor Erdogan de sultans van het Ottomaanse Rijk.”
Hoe het tot de huidige rafelranden van Europa kwam wordt nauwkeurig beschreven in vier hoofdstukken, die elkaar soms overlappen. De auteur begint met Rusland, dan volgt het Ottomaanse Rijk en vervolgens Afrika. De ontwikkeling van de Europese binnengrenzen (komst Romeinen, mohammedaanse veroveringen en nederlagen, Kruistochten, Heilig Roomse Rijk, Franse revolutie, Eerste en Tweede Wereldoorlog) werpt in die drie hoofdstukken al zijn schaduw vooruit en komt in het vierde hoofdstuk aan de orde.
Expansie van Rusland en de Hartlandtheorie
Het Russische hoofdstuk begint met een theorie van de Britse geograaf en politicus Mackinder (1861-1947), die in 1904 Rusland bestempelde als de geografische spil in de wereldgeschiedenis. Hij verdeelde de wereld in drie gebieden: het ‘wereldeiland’ dat Europa, Azië en Afrika omvatte en twee ‘buitengaatse eilanden’: het Verenigd Koninkrijk en Japan. Daarachter lagen de ‘afgelegen eilanden’ Noord- en Zuid-Amerika en Australië. Wie de controle over het ‘wereldeiland’ en zijn rijkdommen in handen kreeg, zou volgens Mackinder de onbetwiste wereldmacht worden.
Het leek volslagen nonsens. Toen hij dit schreef was het Verenigd Koninkrijk de onbetwiste wereldmacht en werd tsarendom Rusland als achterlijk beschouwd. Maar Mackinder waarschuwde voor de vergankelijkheid van de Britse heerschappij; Rusland was als ‘Hartland’ de aangewezen wereldmacht voor de nabije toekomst. Het slot op de poort naar de wereldmacht werd gevormd door Oost-Europa. ’Who controls the Heartland commands the World Island; who rules the World Islands commands the world’. Van de Wijdeven:
“Tijdens de twintigste eeuw wisten de Russen het slot open te breken en Oost-Europa te controleren. Hoewel de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog de strijd aanging met de Verenigde Staten om de onbetwiste wereldheerschappij, is de voorspelling van Mackinder vooralsnog niet uitgekomen. De kern van de Hartlandtheorie geeft wel inzicht in de drijfveren van het Russische imperialisme en de daaruit resulterende verwikkelingen aan de Europese oostgrens door de eeuwen heen.”
Aan het eind van zijn uitvoerige behandeling van de Russische expansiedrang, die de Sovjet-Unie aan het eind van de Tweede Wereldoorlog tot zijn uiteenvallen in 1991 de macht gaf over Sovjet-republieken binnen zijn grenzen en ‘satellietstaten’ in Oost-Europa, komt Van de Wijdeven er op terug:
“Iedereen die Ruslands recente bemoeienissen met de buurlanden en alle militaire borstklopperij aanschouwt, zou bijna gaan denken dat Poetin deze woorden [de voorspelling van Mackinder] heeft gelezen.”
Polen kon geheel verdwijnen
Bij het aantreden van tsaar Ivan III in 1462 als grootvorst van Moskou telde zijn grondgebied 24.000 vierkante kilometer (Nederland nu 51,5 km²). Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog heerste tsaar Nicolaas II over 13.500.000 vierkante kilometer. Eerder was Polen, samen met Litouwen, oppermachtig geweest in Oost-Europa. In de vijftiende eeuw omvatte het Pools-Litouwse Gemenebest heel Oost-Europa tussen Baltische Zee en Zwarte Zee.
De Russische expansiedrift begon met de Russisch-Poolse oorlog van 1654-1657. De tsaren veroverden steeds meer Europees grondgebied. Polen werd, in samenwerking met Pruisen en Oostenrijk, in drie stappen (1772, 1793 en 1795) broederlijk verdeeld, tot het geheel van de kaart van Europa verdwenen was.
Het land kwam weer terug in 1918, nadat in 1917 in Rusland de Oktoberrevolutie en daarmee een burgeroorlog tussen de Roden en de Witten was uitgebroken. Om de handen in eigen land vrij te krijgen sloot Vladimir Lenin in maart 1918, nog tijdens de oorlog, de Vrede van Brest-Litovsk, waarin grote concessies aan Duitsland werden gedaan.
Polen keerde terug op de kaart. Ook werden Finland, Estland, Letland, Litouwen, Wit-Rusland en Oekraïne satellietstaten van Duitsland. Maar toen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije in november 1918 implodeerden zagen de voormalige Russische satellietstaten hun kans schoon en verklaarden zich onafhankelijk.
Molotov-Ribbentroppact
Voor Polen duurde de onafhankelijkheid tot 1939. Toen Adolf Hitler begon met zijn Europese veroveringsoorlog en Tsjechië al had overmeesterd, kreeg hij de kans een tweefrontenoorlog te vermijden door met zijn communistische aartsvijand Stalin het Molotov-Ribbentroppact te sluiten (1939). Daarin werd in een geheim protocol ook Oost-Europa onderling verdeeld:
“Duitsland zou Polen mogen annexeren. In ruil daarvoor mocht Rusland de in 1921 aan Polen verloren delen van Wit-Rusland en Oekraïne inlijven en toevoegen aan de respectievelijke Sovjetrepublieken. Bovendien erkenden de Duitsers dat Finland, Estland, Letland en Litouwen tot de Russische invloedssfeer gerekend zouden worden.”
Twee weken later was Polen opnieuw van de kaart van Europa geveegd en in juni 1940 werden de drie Baltische staten Sovjet-republieken.
Ottomaanse Rijk stond aan poorten van Wenen
Het hoofdstuk ‘Het Ottomaanse Rijk’ omvat heel wat meer dan het islamitische wereldrijk dat tussen de veertiende en de twintigste eeuw bestond, voordat het in het Verdrag van Sèvres (1920) de definitieve genadeslag leek te krijgen. Het hoofdstuk behandelt het ontstaan en de verspreiding van de islam en na 1920 het ontstaan van het moderne Turkije, de opkomst van de ayatollahs, Israël, de Balkan en het Midden-Oosten tijdens de Koude Oorlog, de War on Terror, de plotselinge opkomst van de Islamitische Staat en de actuele conflicterende belangen van Saoedi-Arabië, Iran en Turkije.
Het hoofdstuk begint met de film Fetih 1453 (Verovering 1453), die in 2012 volle zalen trok in de Turkse bioscopen. De film verhaalt hoe het Ottomaanse leger in 1453 met veel bloedvergieten de stad Constantinopel veroverde op het Byzantijnse Rijk, de laatste nazaat van het Romeinse Rijk.
Het Ottomaanse Rijk was op zijn hoogtijdagen oppermachtig rond de Middellandse Zee en stond in 1529 en 1683 voor de poorten van Wenen, tot het in 1918 definitief werd verslagen. Van de Wijdeven verwacht niet dat de huidige Turkse president Erdogan de Turkse legers opnieuw zal laten optrekken naar het Westen, ‘maar als het aan hem ligt gaat Turkije wel een hoofdrol spelen in de islamitische wereld’.
Razendsnelle opmars Islam
Daarmee betrekt hij de islamitische invloeden bij zijn verhaal over de Europese rafelranden. Hij vertelt hoe de profeet Mohammed (570-632) Mekka tot centrum maakte van de islamitische wereld en over de snelle machtsgreep van de Arabische leiders die in 635 Syrië veroverden, in 637 Iran, Egypte in 641, Tunesië in 670 en Algerije en Marokko in 680. Toen volgde de oversteek naar Spanje, dat binnen een eeuw na de dood van Mohammed ook veroverd was. Pas toen de legers de Pyreneeën waren overgestoken werd de opmars in 732 in de Slag bij Potiers gestuit door Karel Martel. In de 500 jaar die volgden, de Reconquista, werden de moslims vrijwel uit heel Spanje verdreven. Ze hielden tot 1492 stand in de zuidelijke kuststrook rond Granada, toen het Spaanse katholieke koningspaar Ferdinand II en Isabella in Granada het Verdrijvingsedict tekenden dat, behalve de Joden, ook de mohammedanen van het Iberisch schiereiland verbanden.
De militaire successen konden niet verhinderen dat al in 661 een mohammedaans schisma ontstond dat tot vandaag voortduurt en dagelijks in het Midden-Oosten aanzienlijk meer mensenlevens eist dan bij de ‘door de islam geïnspireerde’ aanslagen van jihadisten.
Invloed Mongoolse opmars
De komst van de Mongolen (sinds 1220) was een nieuw hoofdstuk in een zichzelf herhalende cyclus van militaire invallen, verwoesting op grote schaal, vergankelijke eenheid en het uiteenvallen van rijken en rijkjes. ‘Daarmee kende de islamitische wereld tussen de zevende en de veertiende eeuw een ontwikkeling die sterk verschilde van die van Europa’.
“Na het einde van de Grote Volksverhuizing konden koninkrijken in Europa zich geleidelijk consolideren en hun greep op de bevolking versterken. De islamitische wereld werd telkens opnieuw opgeschud. Het was de islam die continuïteit, identiteit en culturele cohesie bood. Moslims waren in de eerste plaats leden van de oemma en pas in de tweede plaats onderdanen van een wereldlijke leider.”
Veroveringen Ottomaanse Rijk
De vorstendommen op het Aziatische schiereiland waar nu Turkije ligt, verenigden zich na het vertrek van de Mongolen en opnieuw volgde een islamitische opmars. Bovenstaande video maakt duidelijk dat hun Ottomaanse Rijk zichzelf voortdurend uitbreidde, eerst in Zuidoost-Europa en op tegenwoordig Russisch grondgebied, daarna in Azië en vervolgens langs de Middellandse Zee. De vele veldslagen en grenswijzigingen komen in het boek uitvoerig aan de orde.
Begin negentiende eeuw begonnen de nationalisten op de Balkan zich te roeren. In 1804 kwamen als eerste de Serviërs in opstand. Ze hoopten op Russische hulp, maar de Russen hadden het te druk met eigen onrust, maar uiteindelijk kregen de Serviërs in 1815 van de sultan een semi-autonoom vorstendommetje binnen het Ottomaanse Rijk, waar Turkse troepen de veiligheid moesten garanderen. Een poging in 1821 van Griekse prinsen faalde. Ze hoopten het Byzantijnse Rijk onder Griekse leiding opnieuw op te richten. Maar in 1825 bracht een andere opstand de hele Pelopponesos onder Grieks gezag. Toen de Ottomanen met Egyptische hulp ingrepen kwamen de Europese mogendheden tussenbeide. De orthodoxe Grieken konden rekenen op Russische hulp en tsaar Nicolaas betrok de Engelsen en Fransen bij het redden van de ‘bakermat van de Europese beschaving’. In 1829 kreeg niet alleen Griekenland onafhankelijkheid, maar ook kregen de vazalstaten Servië, Moldavië en Walachije vergaande autonomie.
Eerste Wereldoorlog
In 1876 kwamen de Bulgaren in opstand. Die opstand werd met grof geweld neergeslagen door de Turken: 30.000 doden. Maar in 1877 schoten de Russen de Bulgaren te hulp. Pas toen ze voor de poorten van Istanboel stonden grepen andere Europese mogendheden in. Op het Congres van Berlijn werden de Russische veroveringen teruggedraaid, kregen Montenegro en Roemenië onafhankelijkheid en werd Bulgarije een autonome staat binnen het Ottomaanse Rijk.
Aan de Eerste Wereldoorlog gingen twee Balkanoorlogen vooraf die voor het Ottomaanse Rijk desastreus verliepen en op de Balkan het nationalisme en de orthodoxe godsdienst aanwakkerden. Istanboel werd overstroomd met vluchtelingen; de Turkse genocide in Armenië zou volgen (in 1915).
De Eerste Wereldoorlog betekende het einde van het Ottomaanse Rijk. Vijf vredesverdragen zorgden voor drastische veranderingen op de kaart van Europa. De Balkan werd stevig verankerd in Europa. De eeuwenoude banden met de Ottomaanse overheersers werden resoluut doorgesneden. Het Ottomaanse Rijk moest geheel van de kaart worden geveegd.
Jonge Turken veroveren Turkije
Nog tijdens de oorlog werden de restanten van het Ottomaanse Rijk verdeeld en werd de joodse gemeenschap door de Britten een staat in Palestina beloofd, die (nog) niet kwam. In het Verdrag van Sèvres (1920) kregen Armeniërs en Grieken Ottomaanse gebieden en werd de Turken en Koerden eigen grond in het vooruitzicht gesteld, terwijl een deel van het gebied werd gedemilitariseerd of in de Franse, Britse of Italiaanse invloedssfeer kwam te liggen.
De inkt onder dit vernederende verdrag met Turkije was echter nog niet droog toen een uit Jonge Turken bestaande nationalistische verzetsbeweging de strijd aanging met de Europese bezetters en de sultan.
“Wat later de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog is gaan heten verliep voor de Turken zeer voorspoedig. Ze wisten uiteindelijk het gehele grondgebied van het huidige Turkije te veroveren op de Grieken en de Armeniërs. (…) Op 30 augustus 1922 werd de beslissende slag tegen de Grieken gewonnen. Die dag wordt in Turkije nog steeds gevierd als Overwinningsdag.”
Afrikaanse grenzen als struikelblok
Het grootste Europese demografische probleem van het ogenblik is de stroom vluchtelingen. Hoewel het Italiaanse eiland Lampedusa al sinds de jaren negentig landingsplaats was van bootjes vol vluchtelingen staken sinds 2013 plotseling honderdduizenden migranten de Middellandse Zee over richting Europese Unie, waar het vraagstuk tot grote verdeeldheid leidt.
Kern van het probleem is, aldus ‘de Rafelranden’, dat de koloniale machten die in de loop van de eeuwen Afrika en het Midden-Oosten veroverden, daar grenzen trokken die dwars door gebied van rivaliserende stammen en gemeenschappen liepen en binnen kunstmatig opgeworpen barrières hele bevolkingsgroepen tot elkaar veroordeelden.
De grenzen die om Afrika (en ook in Azië) werden getrokken liepen vaak dwars door oudere ecologische en religieuze scheidslijnen en zijn tot de dag van vandaag ongewijzigd gebleven. Ze zouden vanaf de Tweede Wereldoorlog een bron van conflicten gaan vormen. Toen de kolonies onafhankelijk werden bleven die grenzen gehandhaafd, terwijl de koloniale machten dankzij hun steun aan vaak corrupte heersers een vinger in de pap hielden.
“Na de Tweede Wereldoorlog volgde een golf van dekolonisatie. In 1960 werden maar liefst zeventien Afrikaanse landen onafhankelijk. Europese mogendheden raakten hun greep op en vooral hun interesse in Afrika kwijt. Afrika werd tijdens de Koude Oorlog overgelaten aan excentrieke dictators als ‘Mobutu Sese Seko’ (1930-1997) en Moammar al-Qadhafi (1942-2011). De democratische belofte van de onafhankelijkheid kon veelal niet worden waargemaakt. Het continent werd geplaagd door burgeroorlogen en etnisch geweld, met als dieptepunt de Rwandese genocide in 1994. Ook de Arabische Lente lijkt – met uitzondering van Tunesië – vooralsnog geen stabiliteit te hebben gebracht.”
Van de Wijdeven constateert dat de Europese betrokkenheid met Afrika zich momenteel concentreert op de Sahel-regio. De landen die de afgelopen tijd in het nieuws kwamen vanwege gewelddadige conflicten – Somalië, Eritrea, Soedan, Tsjaad, Mali en de Centraal Afrikaanse Republiek – liggen zonder uitzondering in de Sahel.
‘Overal in de Sahel waar tegenstrijdigheden bestaan binnen grenslijnen, ontstaan conflicten’.
Binnen Europa
In het hoofdstuk ‘Europa’ bespreekt Van de Wijdeven de Grieks-Romeinse wortels, de overgang naar het christendom, het verlies van Constantinopel en de geboorte van het statenstelsel. De belangrijkste eenheid was het Heilig Roomse Rijk, waar Karel de Grote in 800 keizer werd en die ook heerste over wat later Nederland zou worden.
Het Heilig Roomse Rijk hield het achthonderd jaar uit, maar ging toen ten onder aan onderlinge conflicten. De video maakt duidelijk dat de contouren van landen als Zwitserland, Tsjechië en de grenzen van het Deutsche Reich zich al vroeg aftekenden te midden van de lappendeken van koninkrijkjes, graafschappen en andere gebieden, waaronder Nederland tot in de Tachtigjarige Oorlog.
De Vrede van Westfalen (1648) maakte een eind aan de Dertigjarige Oorlog (1618–1648) en de Tachtigjarige Oorlog (1568–1648) en perkte de macht van de keizer aanzienlijk in. De Republiek der Verenigde Nederlanden had zijn vrijheid op Spanje definitief bevochten. De keizer leverde een groot deel in van zijn zeggenschap over de Duitse vorsten.
“Met de in de Vrede van Westfalen vervatte soevereiniteit ontstonden ook duidelijk afgebakende grenzen. Binnen hun grenzen gingen de Europese mogendheden meer nadruk leggen op de gemeenschappelijke identiteit en cultuur om de gemeenschapszin te bevorderen. Dat leidde uiteindelijk tot de moderne natiestaten, al was dit een ontwikkeling die al in de Middeleeuwen was ingezet en pas in de negentiende eeuw met de opkomst van het nationalisme tot volle wasdom zou komen.”
Het Heilig Roomse Rijk wordt, aldus Van de Wijdeven, gezien als de grote verliezer van de Vrede van Westfalen en een laatste stuiptrekking van de Middeleeuwen.
‘Daarmee was de weg vrijgemaakt voor de moderne natiestaat. Het zou echter nog tot 1806 duren voordat het Heilig Roomse Rijk definitief van de kaart van Europa verdween. In dat jaar deed de Habsburgse keizer Frans II onder druk van Napoleon het licht definitief uit en regeerde hij verder als keizer Frans I van Oostenrijk’.
Congres van Wenen
Intussen was Napoleon Bonaparte met zijn Europese opmars (video) bezig, die in 1815 eindigde in Waterloo. Na het Congres van Wenen (1814/’15) konden de wettenmakers en kaartentekenaars weer aan het werk.
‘De sociale verworvenheden die de Franse Revolutie in 1789, die principes als ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ en een democratisch gekozen volksvertegenwoordiging had gebracht, werden teruggedraaid en waar ze verdreven waren keerden de vorsten weer terug’.
De machthebbers waren doodsbenauwd geworden en stelden ’fantoom-terreur in om een nieuwe revolutie te voorkomen.
Verder werd de kaart van Europa flink opgeschoond. Frankrijk kreeg de grenzen van voor 1792 terug, het Heilig Roomse Rijk met al zijn vorstendommetjes werd vervangen door een Duitse Bond van 39 staten. Een met België verenigd Koninkrijk der Nederlanden en een sterk koninkrijk Piëmont-Sardinië in Noord-Italië moesten dienen als bufferstaten. De deelnemers aan het Congres beloofden bovendien elkaar te beschermen tegen revolutionaire ideeën en bewegingen; dat moest de vrede in Europa bewaren.
Gruwelijke wereldoorlogen
In de twintigste eeuw bleken het illusies. De Eerste Wereldoorlog 1914-1918 (video) en de Tweede Wereldoorlog (video) legden hele werelddelen in puin en zorgden voor een ongekend aantal oorlogsslachtoffers. Daarna verzoenden eeuwenoude aartsvijanden zich met elkaar en ontstond een ongekende Europese samenwerking.
Aan het eind van het boek toont Van de Wijdeven zich een warm pleitbezorger voor de Europese Unie…
“…. die er in geslaagd is al die verschillende breuklijnen stap voor stap af te dekken. (…) Nieuwe lidmaten werden meegesleept in de vaart der volkeren. Zuid-Europese lidstaten maakten met dank aan Europese steun een economische inhaalslag en voldeden op papier aan de voorwaarden voor deelname aan de euro. Oost-Europese lidstaten maakten (…) na de val van het IJzeren Gordijn enthousiast de overstap naar een democratische rechtsstaat. Afgezien van een moeizame start op de Balkan, waar de EU in de jaren negentig van de vorige eeuw niet in staat bleek het geweld te beteugelen, werden Oost- en West-Europa vreedzaam verenigd.”
Breuklijnen weer zichtbaar
Maar sinds de aanslagen op het World Trade Center in New York (2001) en de daarop volgende ‘War on Terror’ in het Midden-Oosten, en de uitbreiding van de EU met tien Oost-Europese lidstaten in 2004, zijn de oude breuklijnen weer zichtbaar. Ze leken fysiek verdwenen met het Verdrag van Schengen van 2004, dat vrij verkeer van personen mogelijk maakte binnen de hele Europese Unie. Maar toen zich massaal vluchtelingen meldden uit al dan niet door het Westen veroorzaakte oorlogsgebieden in het Midden-Oosten en Afrika, en de Europese poorten wijd open leken te staan, bleek de Europese eenheid vooral uit verdeeldheid. En nog steeds blijkt in vele hoofden het IJzeren Gordijn nog recht overeind te staan.
“De hekken in en rond de Europese Unie zijn symptomatisch voor het gebrek aan zelfvertrouwen en het gebrek aan onderling vertrouwen binnen de Unie. De ‘perfect storm’ – Engelse uitdrukking voor een gebeurtenis waar een zeldzame combinatie van factoren een situatie drastisch verergert – onthult de breuklijnen binnen een Europa dat op zijn grenzen stuit, letterlijk en figuurlijk.”
Van de Wijdeven erkent dat het eind van de problemen niet in zicht is: ‘De rafelranden van Europa lijken samen te spannen tegen de Europese Unie’. Maar hij houdt moed.
Eendracht maakt macht
De auteur:
“Vast staat dat samenwerking, zowel binnen de unie als met buurlanden in de ring van instabiliteit, voor de Europese Unie de aangewezen manier is om de problemen in de rafelranden van Europa de baas te kunnen. Wat dat betreft biedt de Griekse mythologie niet een verklaring voor de wortels van Europa, maar ook inspiratie voor het oplossen van de huidige crisis en het voortbestaan van de Europese Unie.”
Hij verwijst naar het verhaal over de Twaalf Werken van Hercules, die onder meer een veelkoppig monster moest verslaan, de Hydra van Lerna. Telkens als hij een kop afhakte groeiden er twee terug. De oplossing bleek te zijn om afgeslagen koppen dicht te branden.
‘Oftewel: eendracht maakt macht. ‘Eendracht is dan ook het beste lapmiddel voor de rafelranden van Europa’.
Aan het einde van de onafzienbare reeks veldslagen en vredesverdragen waarmee alle landen van Europa zich in de loop van de tijd hebben beziggehouden komt Van de Wijdeven tot een begrijpelijke conclusie en een verrassende verwijzing:
“De Europese samenwerking is krap vijfenzestig jaar oud en heeft in die tijd meer bijgedragen aan de vrede en welvaart in Europa dan welke andere politieke constellatie in de geschiedenis van het Europese continent ook. Het is daarom te hopen dat de Europese Unie minstens net zo lang zal bestaan als het Heilig Roomse Rijk’.”