De beroemde Nederlandse schilder Jacob van Ruisdael was dol op de Duitse stad Bentheim. Meer bepaald was hij verzot op het middeleeuws kasteel van de stad aan de grens bij Oldenzaal.
In het Westen werd er vaak met veel dedain en verachting aangekeken tegen het Socialistisch Realisme, de officiële kunststroming van de communistische Sovjet-Unie en later ook van de DDR en de rest van het Warschaupact. De kunstwerken die hier onder vielen, moesten socialistische positiviteit, maar ook enthousiasme en optimisme uitstralen. Vaak werden arbeiders, boeren, ingenieurs en partijleden binnen deze stroming
In de jaren dertig van de vorige eeuw verkocht een Joodse handelaar een groot deel van de zogenaamde Welfenschat aan de nazi’s. Volgens erfgenamen van de handelaar werd destijds echter veel te weinig voor de middeleeuwse kerkschat betaald.
De kunstcollectie uit Dresden werd vanaf de achttiende eeuw door de keurvorsten van Saksen bijeengebracht en wordt beschouwd als een van de mooiste en beroemdste in Europa.
Het werkje was eigendom van twee zussen uit Hessen. Ze kregen het in bezit via hun opa, die het aquarel in 1916 voor 350 Duitse Mark bij een galerie in München kocht.
Alledaagse consumptiegoederen en kapitalistische reclames werden gebruikt bij het vervaardigen van Pop Art. Zo wilde men dichter bij het leven van alle dag komen te staan.
Vanuit Nederland is tussen 1979 en 1989 voor zeker 60 miljoen gulden aan gestolen DDR-kunst aangekocht. Dat blijkt uit onderzoek van actualiteitenrubriek EenVandaag.